Medezeggenschap in mbo kan sterker
De medezeggenschap in het mbo kan beter. Dat is een kwestie van goed organiseren, maar ook hoe de besturen, hun interne toezichthouders en ook de ondernemings- en studentenraden zich opstellen. Zie het niet als verplicht nummer, maar houd een open uitwisseling van ideeën en standpunten. Dat concludeert de Inspectie van het Onderwijs in een onderzoek.
Ook raad van toezicht meer in dialoog
De inspectie ziet in het mbo een brede bereidheid om te werken aan goede besluitvorming, goed bestuur en goed intern toezicht. Ook zagen de onderzoekers goede voorbeelden. Maar er blijken voor de medezeggenschap nog wel verbetermogelijkheden. Zo voelen studentenraden zich niet altijd een volwaardig gesprekspartner van het bestuur. Er wordt wel geluisterd, vertellen de studenten, maar het is niet altijd duidelijk wat er met hun inbreng gebeurt. Besturen vinden het op hun beurt lastig om tot een goed samenspel te komen met de studentenraad doordat de samenstelling van de studentenraad zo snel wisselt. Ondernemingsraden geven aan dat het bestuur in hun overleggen vaak al in het hoofd heeft wat de uitkomst moet zijn. Het bestuur legt dan vooral uit welke keuzes er zijn gemaakt, zonder dat er een gesprek is vanuit verschillende standpunten. Verder zou de besluitvorming kunnen verbeteren als de raden van toezicht een actievere rol nemen. Zij zouden vaker ook zelf de dialoog moeten zoeken met de studenten- en ondernemingsraad, en zo persoonlijk perspectieven en gedachten uitwisselen.
Goede organisatie én open houding van belang
De inspectie benadrukt dat goede governance zeker ook een kwestie is van houding en opstelling. Zoals: niet bang zijn om de goede verhoudingen te verstoren, maar een kritische gesprekspartner durven zijn. En erin geloven dat ieders inbreng de kwaliteit van de besluitvorming bevordert, en daarmee de kwaliteit van onderwijs. Het helpt alle betrokkenen als de MBO Raad er voor zorgt dat de Branchecode Goed Bestuur hen daarin nog meer ondersteunt.
Daarbij moet de medezeggenschap wel goed georganiseerd zijn. De inspectie ziet nog grote verschillen tussen mbo-instellingen hoe de studenten- en ondernemingsraden worden gefaciliteerd. Denk aan training, scholing en begeleiding bijvoorbeeld in de vorm van een coach. De inspectie wijst erop dat de besturen daar een taak hebben.
Medezeggenschap wettelijk geregeld
De medezeggenschap moet in ieder geval via de studenten- en ondernemingsraad gebeuren. In de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) is namelijk geregeld dat de bekostigde mbo-instellingen naast een ondernemingsraad ook een studentenraad moeten hebben. Die medezeggenschapsorganen praten mee over strategische zaken - zoals financiën, huisvesting, onderwijsinhoudelijke zaken - en over praktische zaken rond onderwijs, rond faciliteiten, personeelszaken en over klachten. Soms besluiten de medezeggenschapsorganen ook formeel mee. Wettelijk moet de studentenraad bijvoorbeeld instemmen met de hoofdlijnen van de jaarlijkse begroting en de hoogte en de besteding van de vrijwillige ouder- of studentbijdrage. En de ondernemingsraad moet wettelijk om instemming worden gevraagd over bijvoorbeeld regelingen rond de arbeidsomstandigheden.
Zicht op goed bestuur
Goede besluitvorming, goed bestuur en goed intern toezicht, kortom goede governance, dat is essentieel voor de kwaliteit van het onderwijs en voor de continuïteit van de instelling. Daarom houdt de Inspectie van het Onderwijs vinger aan de pols van de kwaliteit van de governance. Het onderzoek naar raden van toezicht en het samenspel met bestuurders uit 2019 beschreef onder meer dat de raden van toezicht in het mbo ook zelf vonden dat zij zich nog verder moeten verbeteren. Nu is dus dit - inventariserende - onderzoek uitgevoerd onder de titel ‘Governance in het mbo - een onderzoek naar de rolvervulling van medezeggenschaporganen en het samenspel in de governancedriehoek’. Het onderzoek werd uitgevoerd als een literatuuronderzoek, gesprekken met wetenschappers en belangenvertegenwoordigers en daarna rondetafelgesprekken met ondernemingsraden van 29 instellingen, met leden van studentenraden van 29 instellingen en met leden van raden van toezicht van 26 instellingen.