Verzachtende omstandigheden bij tekortkomingen: welke situaties komt de toezichthouder bij kindercentra tegen?
De sector kinderopvang staat voor grote uitdagingen. Onder druk van een groeiend personeelstekort en de coronapandemie hebben houders van kinderopvangvoorzieningen in sommige situaties moeite om te voldoen aan de kwaliteitseisen rondom de inzet van personeel. Zo kunnen bij ziekte van beroepskrachten houders niet altijd voldoende (gekwalificeerde) invallers vinden waardoor tekortkomingen ontstaan.
Door het aanhoudende personeelstekort staat de (pedagogische) kwaliteit en de kwaliteit van de voorschoolse educatie onder druk. Wanneer tekortkomingen door personeelstekort ontstaan en de houder er alles aan gedaan heeft om verantwoorde kinderopvang te bieden en dit heeft uitgewerkt in een plan, kan er bij de tekortkoming verzachtende omstandigheden beschreven worden. Dat is onderdeel van de werkwijze verzachtende en verzwarende omstandigheden, waar gemeenten en GGD-toezichthouders gebruik van kunnen maken om rekening te houden met de situatie van houders.
Tussenrapportage werkwijze verzachtende omstandigheden
De Inspectie van het Onderwijs heeft onderzoek gedaan naar het gebruik van de werkwijze in relatie tot tekortkomingen vanwege personeelstekort. Rapporten van onderzoeken bij kindercentra van het eerste half jaar van 2022 zijn doorgenomen op beschrijvingen van verzachtende omstandigheden. Deze rapportage focust zich op tekortkomingen die zijn ontstaan door het grote personeelstekort in de kinderopvangsector. We geven in de tussenrapportage een beeld van de situaties die de toezichthouder tegenkomt, handhavingsadviezen en de ingezette handhaving. De tussenrapportage is onderdeel van het jaarlijks uitgebrachte Landelijk Rapport Gemeentelijk Toezicht.
Een plan voor veiligheid
Goed vooruit denken is van groot belang. Een houder moet voorafgaand aan een situatie waarin onvoldoende personeel beschikbaar is al een plan van aanpak hebben opgesteld en dit volgen. Aan de hand van dit plan kan de toezichthouder toetsen of de juiste stappen zijn doorlopen en of er sprake is van een weloverwogen en verantwoorde keuze. Er wordt in een minderheid van de rapporten verwezen naar een dergelijk plan van aanpak. Wanneer opvang niet meer verantwoord is, moeten houders de moeilijke beslissing maken om tijdelijk te sluiten. Het openhouden van een groep moet te allen tijde een verantwoorde, onderbouwde keuze zijn. De (emotionele) veiligheid van de kinderen mag nooit gevaar lopen.
Hoe zit het met de handhaving?
Wanneer er sprake is van verzachtende omstandigheden geeft de GGD meestal wel een advies handhaven aan de gemeente. Er zijn GGD’en die, wanneer zij oordelen dat er sprake is van verzachtende omstandigheden bij een tekortkoming én er nog steeds verantwoorde kinderopvang wordt geboden, een advies niet handhaven geven aan de gemeente. Andere GGD’en vinden dat de beslissing om wel of niet te handhaven bij de gemeente hoort te liggen en dus geven zij de gemeente wel een advies tot handhaven, met een aanvulling van het advies om rekening te houden met verzachtende omstandigheden. Bij meer dan de helft van deze tekortkomingen met advies handhaven blijft handhaving echter uit. Gemeenten besluiten hier beredeneerd niet te handhaven. Als er wel gehandhaafd wordt, gaat het meestal om een waarschuwing. Het is belangrijk dat de gemeente bij handhaving de beschikbare informatie goed weegt om tot een deugdelijke onderbouwing te komen van het handhavingsbesluit.
Hoe nu verder?
In het Landelijk Rapport Gemeentelijk Toezicht Kinderopvang, dat eind 2023 aan de Kamer wordt aangeboden, zullen wij dieper ingaan op de handhaving van gemeenten op tekortkomingen met verzachtende omstandigheden. Daarnaast zal de inspectie in haar toezicht extra aandacht besteden aan het proces en de afwegingen die gemeenten maken om te komen tot een handhavingsbesluit.