Toezicht op onderwijsuitgaven voldoet, wel steeds minder gespecialiseerde accountants
Accountants houden in het algemeen voldoende toezicht op de uitgaven die onderwijsbesturen doen. Dat concludeert de Inspectie van het Onderwijs na haar jaarlijkse controle op het werk van de accountants. Wel ziet de inspectie dat steeds minder accountantskantoren zich met onderwijs bezig houden. De keuze voor onderwijsbesturen wordt daardoor kleiner, terwijl ze allemaal een accountant nodig hebben.
Publieke geld rechtmatig besteed
De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt jaarlijks een gedeelte van de accountantscontroles op de uitgaven door onderwijsinstellingen. Afgelopen jaar hield de inspectie 74 van zulke nacontroles. Daarbij kregen 68 controles door accountants het formele oordeel Toereikend, ofwel bijna 92%. In het algemeen, schrijft de inspectie, kan er dus op worden vertrouwd dat het publieke geld rechtmatig wordt besteed.
Herstelopdracht waar nodig
Bij de overige 6 accountantscontroles trof de inspectie te veel onvolkomenheden aan. Het werk van deze accountants wordt dit jaar opnieuw bekeken. In een aantal gevallen heeft de inspectie volgens de vaste procedures opdracht gegeven tot herstel. Dat is door de accountant uitgevoerd en vervolgens weer beoordeeld door de inspectie.
Steeds minder accountantskantoren doen onderwijsklanten
Intussen valt de Inspectie van het Onderwijs op dat er steeds minder accountskantoren opdrachten voor het onderwijs uitvoeren. Accountantskantoren die onder hun klanten maar weinig onderwijsinstellingen hebben, blijken zich uit de onderwijsmarkt terug te trekken. De inspectie noteert dat deze kantoren vertellen dat ze moeite hebben de kennis en ervaring op peil te houden. Er komen ook al een paar jaar geen nieuwe accountantskantoren op de onderwijsmarkt. Alles bij elkaar controleren in Nederland nu nog 26 kantoren de onderwijsgelden; 10 jaar geleden waren dat er nog 49. Daarmee nemen de keuzemogelijkheden voor onderwijsbesturen verder af. Deze trend kan over een aantal jaren – of eerder - risico’s geven voor de uitvoering van controles, stelt de inspectie. Daarom blijft die de ontwikkelingen nauwgezet volgen.
Toezicht op het toezicht
Onderwijsbesturen krijgen publiek geld om onderwijs voor hun leerlingen of studenten te verzorgen. Het toezicht op deze geldstromen is in Nederland in twee lijnen georganiseerd. Allereerst moet elke onderwijsinstelling jaarlijks een accountant laten controleren of ze het geld terecht hebben ontvangen en of ze aan de juiste doelen hebben uitgegeven. De Inspectie van het Onderwijs houdt vervolgens in de tweede lijn toezicht op het werk van de accountants: voldoen hun controles in het onderwijsveld aan de eisen?