Keuze voor regulier of speciaal onderwijs kan effect hebben op onderwijsuitkomsten
Leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften die zowel in het regulier als in het speciaal onderwijs terecht kunnen, krijgen waarschijnlijk meer onderwijskansen in het reguliere onderwijs. Dit blijkt uit het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs 'Naar gespecialiseerd onderwijs of niet?'
De inspectie keek hiervoor naar de schoolprestaties, het behalen van diploma's en de arbeidsmarktuitkomsten. Daarbij werden de volgende uitkomsten vergeleken:
- leerlingen in het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs ten opzichte van leerlingen in het speciaal onderwijs;
- leerlingen in het voortgezet onderwijs inclusief het praktijkonderwijs ten opzichte van leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs.
De uitkomsten bij de leerlingen in reguliere onderwijs waren inderdaad gunstiger. Voor een belangrijk deel zal dat echter een gevolg zijn van omvang van de ondersteuningsbehoefte die de leerlingen hebben.
De invloed van de school
De inspectie heeft daarom vervolgens situaties onderzocht waarin de keuze voor de school en het onderwijstype minder bepaald wordt door de ondersteuningsbehoeften van de leerling, en meer door factoren die geen relatie hiermee hebben. Hierbij is er gekeken naar de afstand tussen thuis en de school en naar het geld dat het samenwerkingsverband in de regio had om leerlingen naar het speciaal onderwijs te laten gaan (door de zogenoemde vereveningsopdracht).
De vergelijking leverde geen sluitend bewijs op voor het vermoeden dat een keuze voor regulier onderwijs de onderwijskansen vergroot. Wel lijkt het er sterk op dat de keuze voor regulier onderwijs de onderwijskansen vergrootte van de onderzochte groep leerlingen, namelijk leerlingen voor wie afstand of de verevening een rol spelen. Het onderzoek onderschrijft daarmee het belang van inclusief onderwijs.
Regulier en speciaal onderwijs kunnen van elkaar leren
Het ligt voor de hand om meer leerlingen die zich mogelijk op het grensvlak tussen regulier en gespecialiseerd onderwijs bevinden, in te laten stromen in het regulier onderwijs. Hiervoor moet de extra ondersteuning in het regulier onderwijs versterkt worden. Daar is expertise voor nodig, bijvoorbeeld vanuit het gespecialiseerd onderwijs.
Er zal ook een groep leerlingen blijven die voor langere tijd is aangewezen op het (voortgezet) speciaal onderwijs. Ook zij verdienen zo groot mogelijke onderwijskansen. Daarom is het belangrijk dat het gespecialiseerd onderwijs reflecteert op de mate waarin het lukt leerlingen voldoende toe te rusten voor hun uitstroombestemming. Expertise-uitwisseling tussen regulier en speciaal kan ook hier de kansen vergroten, bijvoorbeeld op het gebied van toeleiding naar werk, of de mate waarin gericht toegewerkt wordt naar het behalen van diploma's in de nominale studieduur.
Bij dit onderzoek is niet gekeken naar sociale en emotionele resultaten aan het einde van de schoolloopbaan of de ervaring van welzijn tijdens de schooltijd. Aspecten waar juist het (voortgezet) speciaal onderwijs op inzet. Hier kan het regulier onderwijs leren van het gespecialiseerd onderwijs.