Aandacht voor het werken met ontwikkelingsperspectieven én het registreren daarvan
In een eerdere versie van dit nieuwsbericht was de omschrijving van het Landelijke OPP-traject niet helemaal correct. Op 19 december 2024 paste de inspectie dit aan.
Voor leerlingen die extra ondersteuning ontvangen, moet de po- of vo-school waar de leerling ingeschreven staat een ontwikkelingsperspectief (opp) op- en vaststellen. Afgelopen voorjaar constateerde de inspectie dat het werken met en het registreren van opp’s beter moet. Het Landelijke OPP-traject kan u hierbij helpen.
Leerlingen die extra ondersteuning ontvangen
Een opp moet worden opgesteld voor leerlingen die extra ondersteuning ontvangen. Dit is alle ondersteuning die uitstijgt boven de basisondersteuning. Dit zijn bijvoorbeeld leerlingen die:
- ambulante begeleiding krijgen vanuit cluster 1 of 2
- tijdelijk onderwijs volgen op een orthopedagogisch-didactisch centrum (opdc) van het samenwerkingsverband
- leerlingen die voldoen aan de criteria om af te mogen wijken van het minimale aantal uren onderwijstijd (Beleidsregel Afwijking onderwijstijd)
- leerlingen die tijdelijk of gedeeltelijk onderwijs volgen op een andere school
Als dit op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs is, dan noemen we dat symbiose. Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs, speciaal basisonderwijs en praktijkonderwijs stellen voor al hun leerlingen een opp op en vast.
Werken met opp’s: wettelijke eisen én de bedoeling
Het Landelijke OPP-traject is dit jaar gestart. Binnen dit traject zijn er verschillende activiteiten die erop gericht zijn om scholen te helpen om het werken met ontwikkelingsperspectieven functioneler te maken. Binnen het traject worden train-de-trainer-scholingen en verschillende masterclasses georganiseerd. De Inspectie van het Onderwijs zal ook haar medewerking verlenen aan zo’n masterclass. In de masterclass zullen we aandacht besteden aan de wettelijke vereisten van opp’s en het bieden van extra ondersteuning. En hoe we hiernaar kijken vanuit het toezicht.
Functionele opp’s: sturend voor een planmatige en doelgerichte uitvoering
Bij de jaarlijkse actualisatie van onze Onderzoekskaders afgelopen 1 augustus hebben we, mede naar aanleiding van het rapport Kwaliteit van de extra ondersteuning in het funderend onderwijs (IvhO, 2024) een tekstuele wijziging aangebracht in de beschrijving van de basiskwaliteit van de standaard OP2 Zicht op ontwikkeling en begeleiding (po, vo, (v)so). We leggen meer nadruk op de kwaliteit van de opp’s in lijn met de wettelijke vereisten. Zo benoemen we bijvoorbeeld dat er concrete doelen moeten worden gesteld en dat het opp jaarlijks moet worden geëvalueerd en bijgesteld.
Kwaliteit van de extra ondersteuning en het werken met opp’s
In het stelselonderzoek Kwaliteit van de extra ondersteuning in het funderend onderwijs constateerden we dat het werken met en registreren van opp’s verbetering behoeft. Ook stelden we vast dat scholen op verschillende onderdelen niet voldoen aan de wettelijke verplichtingen.
Zicht op leerlingen met extra ondersteuning in het regulier onderwijs
Reguliere scholen die leerlingen extra ondersteuning bieden en dus voor hen een opp opstellen, moeten dit ook registreren in het Register Onderwijsdeelnemers (ROD, voorheen BRON). Dit gebeurt nog onvoldoende. Hier hadden we ook afgelopen jaar aandacht voor in de Staat van het Onderwijs 2024 (hoofdstuk 5 Passend onderwijs). Scholen geven in het ROD aan dát de leerling een opp heeft en op welke datum dit opp gestart is, en indien (al) bekend, de einddatum van het opp. De einddatum kan ook later, na afsluiting van het opp, worden ingevuld.
Het is belangrijk dat opp’s worden geregistreerd, omdat we zo landelijk zicht houden op het aantal leerlingen met een opp in het regulier onderwijs. We kunnen bijvoorbeeld zien of het aantal leerlingen in het regulier onderwijs met extra ondersteuning toe- of afneemt. Als scholen opp’s registreren in het ROD, dan is dit voor de inspectie ook zichtbaar. Het geeft ons informatie over het aantal leerlingen met extra ondersteuning op een school en dus wat wij kunnen verwachten als wij een school bezoeken. Dit kan bijvoorbeeld helpen bij een gesprek over zicht op ontwikkeling en begeleiding van leerlingen, ook over de onderwijsresultaten. Op stelselniveau biedt het ook de mogelijkheid om analyses uit te voeren en onderzoek te doen. Bijvoorbeeld naar de onderwijsloopbanen van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften.
Let op: in dit nieuwsbericht stond eerst een foutje.