Factsheet: gedragscodes taal hoger onderwijs
In 2018 onderzocht de Inspectie van het Onderwijs of hoger onderwijsinstellingen beschikken over de gedragscode taal. Die gedragscode is wettelijk verplicht als onderwijs in een ander taal dan het Nederlands wordt aangeboden. Uit dat onderzoek bleek dat een deel van de hoger onderwijsinstellingen niet aan deze verplichting voldeed, hoewel ze wel onderwijs in een andere taal aanboden. De Inspectie van het Onderwijs heeft daarom op verzoek van de minister van OCW bij deze instellingen de stand van zaken per september 2019 in beeld gebracht. 32 van de 34 instellingen die destijds niet voldeden, beschikken inmiddels wel over een gedragscode taal. Eén instelling verzorgt niet langer onderwijs in een andere taal, één instelling is in afbouw. Hiermee hebben alle instellingen die destijds niet over een gedragscode beschikten en daartoe nog steeds verplicht zijn, nu een gedragscode hebben opgesteld.
De wettelijke vereisten op het vlak van taal zijn nu breder bekend in het hoger onderwijs. We zien dat de inhoud van de gedragscode onderwerp van gesprek is, onder andere met de medezeggenschap. Het interne gesprek is een noodzakelijke voorwaarde om te komen tot doorleefd taalbeleid.