De meeste scholen hadden in (zeer) belangrijke mate zicht op de gevolgen van de coronacrisis voor de cognitieve ontwikkeling van leerlingen in groep 3 tot en met 8 (circa 80 % van de scholen). Minder scholen (circa 60 %) hadden goed zicht op de cognitieve ontwikkeling van de kleuters. Dit komt ook doordat leraren tijdens de lockdowns de leerlingen veel minder konden observeren.
Ruim 70 % had de gevolgen in beeld voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en het welbevinden van de leerlingen in groep 1 tot en met 8. Daarnaast wist het merendeel van de scholen (70 %) welke leerinhouden leerlingen niet beheersten. Scholen hadden veel minder zicht op de sociale en maatschappelijke competenties (burgerschap) van de leerlingen.
Beeld over leervertragingen was wisselend
Veel scholen gaven in de gesprekken aan dat het meeviel met de leervertraging die leerlingen hadden opgelopen. Meer dan de helft van de scholen zag geen of beperkte risico’s voor de ontwikkeling van leerlingen als gevolg van de coronacrisis. Tussen de 15 en 18 % van de scholen zag in belangrijke of zeer belangrijke mate risico’s voor de cognitieve of sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. Scholen met een hoge schoolweging schatten de risico’s voor de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen hoger in dan scholen met een lage schoolweging. Hoe hoger de schoolweging hoe complexer de leerlingenpopulatie. De schoolweging loopt van 20 tot 40. Lees hierover meer op de pagina Schoolweging primair onderwijs.
Achterstanden kunnen worden ingehaald
Een kwart van de scholen zei dat er geen leervertragingen waren voor de basisvaardigheden, of dat deze al waren ingehaald. In de gesprekken zeiden veel scholen dat ze denken dat ze de achterstanden die er zijn, de komende tijd kunnen inhalen. Ruim 40 % van de scholen heeft (deels) een termijn bepaald waarbinnen zij de vertraging van leerlingen wilden hebben ingelopen. Ongeveer een derde deel van de scholen had hier geen termijn aan gekoppeld of had er op dat moment nog niet over nagedacht.
Sommige leerlingen presteerden boven verwachting
Er zijn ook leerlingen die boven verwachting vooruitgingen tijdens de coronacrisis. Scholen noemden een stimulerende en ondersteunende thuissituatie en minder prikkels als belangrijkste verklaringen hiervoor.
Scholen zagen vooral risico’s voor de cognitieve ontwikkeling
Scholen zagen de meeste risico’s voor de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen in groep 3 tot en met 8. Minder risico’s zagen ze voor de cognitieve ontwikkeling van kleuters. Meer dan 20 % van de scholen wist niet of er risico’s waren voor de sociale en maatschappelijke competenties; ruim de helft zag geen of beperkt risico’s. Scholen zagen de minste risico’s voor de ontwikkelingsgebieden waar ze het minder zicht op hadden.
Meeste zorgen over het lezen
Scholen maakten zich vooral zorgen over het technisch en begrijpend lezen. Dit gold voor bijna alle scholen (88 %) in één of meer groepen:
- groep 4 (59 %),
- groep 3 (49 %)
- groep 6 (49 %)
- groep 5 (44 %)
- groep 7 (41 %)
- groep 8 (34 %).
De zorg over het technisch lezen in groep 4 was het meest opvallend. Toen deze leerlingen in groep 3 zaten ontbrak de noodzakelijke intensieve ondersteuning bij het leren lezen. Zo gaven scholen aan. Het afstandsonderwijs stond toen nog in de kinderschoenen en leerlingen waren erg afhankelijk van de inzet en kunde van ouders bij het leesonderwijs. Veel leerlingen liepen hierdoor vertraging op bij het lezen. De zorgen over het lezen werd door ruim 40 % van de scholen ook benoemd voor de groepen 3, 5, 6 en 7.
Minder zorg over taal, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling in groep 3-8
In vergelijking met het lezen hadden scholen minder zorgen over taal, rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Het percentage scholen dat zich hierover geen zorgen maakte varieert van 39 % voor taal en rekenen tot 45 % voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Scholen met een hoge schoolweging schatten de risico’s voor de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling hoger in dan scholen met een lage schoolweging.
Scholen hadden de meeste zorgen over taal in de groepen 2 en 4 (beiden 26 %) en over rekenen in groep 7 (29 %). Een deel van de scholen maakte zich zorgen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen; in de groepen 1, 2 en 7 zijn de meeste zorgen (>25 %) en in groep 3 de minste (18 %).