Weinig zicht op burgerschap in het primair onderwijs tijdens de coronacrisis
De inspectie heeft in alle sectoren van het onderwijs een onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van corona. Op deze pagina leest u over het zicht op burgerschap tijdens de coronacrisis. Het onderzoek vond plaats in de periode mei tot en met juli 2021. We voerden gesprekken met besturen, schoolleiders, intern begeleiders en leraren; leerlingen van groep 7 en 8 vulden een digitale vragenlijst in. Onderaan deze pagina vindt u ook het technisch rapport met de data, de opzet en de verantwoording van het onderzoek.
Scholen hadden veel minder vaak zicht op de gevolgen van de coronacrisis voor de sociale en maatschappelijke competenties (burgerschap) dan op de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. Meer dan de helft van de scholen had hier geen of beperkt zicht op. 90% van de scholen maakte zich geen zorgen over de ontwikkeling van de sociale en maatschappelijke competenties (burgerschap). Meer dan de helft van de scholen zag dan ook geen of in beperkte mate risico’s voor de ontwikkeling van leerlingen op dit gebied en 22% van de scholen wist niet of er risico’s voor de ontwikkeling van de leerlingen waren. Uit de gesprekken bleek dat de meeste scholen de sociale en maatschappelijke competenties niet systematisch volgden. Dit wordt wel van scholen verwacht.
Wettelijke opdracht burgerschap
Burgerschapsonderwijs was al wettelijk verplicht. Sinds 1 augustus 2021 is de opdracht aan scholen en besturen verduidelijkt en steviger verankerd. Net als voor de andere basisvaardigheden, moeten scholen een doelgericht en samenhangend aanbod voor burgerschap realiseren, en de resultaten hiervan inzichtelijk kunnen maken. Lees hierover meer op de webpagina Wettelijke opdracht burgerschap.