Grote verschillen bij afstandsonderwijs
Scholen/opleidingen zijn in de tweede lockdown snel omgeschakeld naar afstandsonderwijs. Schoolleiders en leraren laten daarbij ook een groot lerend vermogen zien. Dit komt naar voren uit een onderzoek van de inspectie naar de organisatie en kwaliteit van het afstandsonderwijs. Het beschrijft de diversiteit in vormen, proces, ervaringen en kwaliteit van afstandsonderwijs ten tijde van de coronacrisis. Een representatief beeld levert het onderzoek niet op, het doel was de variëteit in kaart te brengen en goede voorbeelden op te halen. En op die manier bij te dragen aan kennis deling tussen scholen en besturen.
Hoewel het in het belang van leerlingen is dat onderwijs zo veel mogelijk fysiek plaatsvindt , verdienen deze innovaties een blijvende plaats in het onderwijsaanbod. De opbrengsten van dit onderzoek kan men gebruiken om deze hybride of digitale vormen van onderwijs te verbeteren; zij kunnen bijdragen aan de doorontwikkeling van opgedane inzichten.
Bestaande kwaliteitsverschillen tussen scholen lijken door afstandsonderwijs te worden uitvergroot. De kwaliteit van de lessen varieert sterk, omdat de kwaliteit, competenties en talenten van de leraren ook nu heel bepalend zijn. Tevens bracht de lockdown voor veel schoolleiders een heel andere taakinvulling met zich mee. Vrijwel iedereen probeerde zelf het wiel uit te vinden en het hoofd boven water te houden. De mogelijkheden om samen tot oplossingen te komen zag men vaak niet. Met de opbrengst van dit onderzoek wil de inspectie graag kennisdeling stimuleren. Lees de bevindingen van de inspectie in de factsheets over de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs; ook vindt u daar inspirerende voorbeelden. Deze kunnen schoolleiders en leraren helpen van elkaar te leren.
Grote lijnen bij bevindingen
De kwaliteit van de lessen varieert sterk, omdat de kwaliteit, competenties en talenten van de leraren ook nu heel bepalend zijn. Het lukt niet iedere leerkracht even goed om onderwijs op afstand vorm te geven. Het online onderwijs vraagt van leraren een andere inzet en nieuwe competenties. Goede interactie tijdens lessen is in alle sectoren een uitdaging. Ook wordt zelfstandig werken voor leerlingen een steeds belangrijkere vaardigheid. Daarnaast hebben bestuurders en schoolleiders weinig zicht op de kwaliteit van afstandslessen. Ook hebben schoolleiders door de lockdown tijdelijk een heel andere taakinvulling; zij moeten er nu vooral voor zorgen dat de school voldoet aan de (steeds veranderende) coronamaatregelen.
Overigens biedt afstandsonderwijs ook extra kansen. Dit geldt voor leerlingen die liever onderwijs volgen in de thuisomgeving, leerlingen die op deze manier extra aanbod kunnen krijgen en leerlingen die thuis extra uitgedaagd worden.
Waarom dit onderzoek?
De noodzakelijke overstap naar afstandsonderwijs was voor het onderwijsveld nieuw. De inspectie besloot in kaart te brengen wat scholen/opleidingen met afstandsonderwijs doen. Niet alleen om een eerste beeld te krijgen van afstandsonderwijs, maar ook om goede voorbeelden te kunnen delen. Bij dit onderzoek heeft de inspectie niet geoordeeld, maar alleen bevindingen opgehaald. Ook gebruikte de inspectie het onderzoek om zelf ontwikkelde toezichtinstrumenten te testen.
De inspectie ziet dat er goede dingen gebeuren en realiseert zich dat zij als toezichthouder de enige is die overal komt. Daarom kiest zij ervoor actief bij te dragen aan het delen van kennis tussen leraren, scholen en besturen. Dit is nu in factsheets voor het funderend onderwijs vastgelegd. Ook voor het mbo, waarbij nog steeds sprake is van onderwijs op afstand, legt de inspectie bevindingen vast. In oktober publiceren we hierover.
Verdiepend onderzoek naar de effecten van corona op het onderwijs
De coronacrisis heeft effect op de kwaliteit van het onderwijs met mogelijk gevolgen op zowel korte als langere termijn. Daarom onderzoekt de inspectie, naast dit onderzoek naar afstandsonderwijs, voor de zomer van 2021 in alle sectoren de effecten van 16 maanden corona op leerlingen en studenten.
Wij onderzoeken of scholen/opleidingen inspelen op leerbehoeftes en hoe zij daarop sturen. Daarbij bevragen wij ook leerlingen/studenten. Wij realiseren ons namelijk dat wij als toezichthouder de enige speler zijn die op dit niveau zicht heeft op de ontwikkelingen. Om besturen en schoolleiders zo goed mogelijk te ondersteunen delen wij actief onze bevindingen en goede voorbeelden met het onderwijsveld. Deze input kunnen zij gebruiken om de juiste keuzes te maken bij de inzet van het Nationaal Programma Onderwijs. Naar verwachting zijn de uitkomsten van het onderzoek in oktober bekend.
Opzet onderzoek
De inspectie heeft tussen november 2020 en maart 2021 onderzoek gedaan naar afstandsonderwijs. Voor dit onderzoek heeft zij circa 190 scholen en opleidingen bezocht en gesprekken met schoolbesturen gevoerd om een beeld te kunnen geven van de organisatie en de kwaliteit van afstandsonderwijs in het schooljaar 2020/2021. Bij die bezoeken hebben inspecteurs leerlingen/studenten, leraren, schoolleiders en bestuurders gesproken. Zij hebben niet geoordeeld, maar alleen bevindingen opgehaald.
Bevindingen volgen de uitkomsten van wetenschappelijk literatuuronderzoek
Als eerste stap heeft de inspectie in december 2020 in samenwerking met de Universiteit Maastricht en EducationLab op een rijtje gezet wat de kansen en bedreigingen van afstandsonderwijs zijn. Bekijk in de infographic en het wetenschappelijk overzichtsartikel welke aspecten belangrijk zijn bij afstandsonderwijs. De bevindingen en voorbeelden in de factsheets zijn op dezelfde aspecten onderverdeeld.