Gevolgen van 16 maanden corona voor het onderwijs
Welke gevolgen hadden de coronamaatregelen voor het onderwijs? Uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs in alle sectoren van het onderwijs komt naar voren dat er over de hele linie minder zorgen over cognitieve achterstanden zijn dan in het begin van de pandemie. Wel ging er minder aandacht uit naar sociaal-maatschappelijke en sociaal-emotionele vaardigheden van leerlingen. Ook waren de gevolgen voor oudere leerlingen en studenten groter dan voor jonge leerlingen. Dit komt mede doordat zij veel langer op afstand les kregen. Daarnaast bleven verschillen tussen groepen leerlingen bestaan.
In het onderzoek Gevolgen van 16 maanden corona onderzoek vielen de volgende bevindingen over meerdere of alle sectoren op.
Minder zorgen over kennisachterstand dan in het begin
De inhoudelijke focus is veelal gelegd op de cognitieve basisvaardigheden, op de kern van het curriculum, op taal en rekenen. Dit heeft voor groepen leerlingen en studenten zijn vruchten afgeworpen; er zijn minder zorgen over cognitieve achterstanden dan aan het begin van de pandemie verwacht werd. Ook onder studenten in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) zijn er weinig zorgen over de generieke vakken. Ongeveer een derde van de studenten in het hoger onderwijs (ho) geeft aan vertraging te hebben opgelopen, de besturen van instellingen in het ho geven in gesprekken een positiever beeld van de studievoortgang.
Sociaal-maatschappelijke aspecten kregen minder aandacht
Andere aspecten van het onderwijs kregen echter minder aandacht. Het aanbod is tijdens de coronapandemie versmald, dit is merkbaar in de sociaal-maatschappelijke en sociaal-emotionele vaardigheden van leerlingen. De stages in het voortgezet (speciaal) onderwijs vervielen deels. Ook de beroepspraktijkvorming in het mbo kon deels niet plaatsvinden of moest op een andere wijze worden ingevuld. Hierdoor zijn er voor een aantal domeinen zorgen over achterstanden op belangrijke vaardigheden die nodig zijn in de nabije toekomst. Ook bij sommige opleidingen in het hoger onderwijs vervielen stages.
Gevolgen voor oudere leerlingen/studenten groter dan voor jonge leerlingen
De algemene lijn is dat de gevolgen voor oudere leerlingen en voor studenten groter zijn dan voor jonge leerlingen. Het gaat dan onder andere om negatief welbevinden, problemen met motivatie en concentratie, en een gebrek aan binding en contact. Hier speelt uiteraard een rol dat de maatregelen per sector en per leeftijdsgroep verschillend zijn geweest. Oudere leerlingen en studenten moesten veel langer op afstand onderwijs volgen. Het belang van fysiek onderwijs is opnieuw zeer duidelijk.
Verschillen tussen groepen leerlingen blijven bestaan
Ook blijven de verschillen tussen groepen leerlingen en studenten bestaan. De zorgen om de cognitieve en de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn met name groot voor leerlingen en studenten met een extra ondersteuningsbehoefte, onder andere vanwege een complexe thuissituatie.
Scholen trots op maatwerk dat ze boden
Besturen speelden vooral een faciliterende en ondersteunende rol. Zij gaven professionele ruimte aan scholen en opleidingen om flexibel in te spelen op de steeds veranderende situaties. Contact houden met leerlingen en studenten en het bieden van zo goed mogelijk onderwijs stonden voor hen centraal. Dit leidde ertoe dat schoolleiders, leraren en docenten maatwerk konden bieden aan hun leerlingen en studenten. Schoolleiders, leraren en docenten geven aan trots te zijn op wat er onder moeilijke omstandigheden en hoge werkdruk is bereikt.
Meer zicht op kansen om anders te werken in het onderwijs
De maatregelen boden de kans om anders te werken in het onderwijs. Dat heeft inzichten opgeleverd over de aanpassingen die men in de toekomst wil behouden. Zo wordt er gepleit voor het behoud van kleinere klassen en voor intensievere persoonlijke begeleiding. Het verbeterde contact met ouders is ook een positieve uitkomst van de afgelopen periode. In sommige gevallen leveren de digitale middelen tijdswinst op, zoals teamvergaderingen en stagegesprekken op afstand. Een deel van de besturen ziet de coronaperiode als een springplank naar meer flexibiliteit en maatwerk in het onderwijs, bijvoorbeeld qua onderwijstijd en opleidingsvorm.
Hogere werkdruk en meer stress bij schoolleiders, leraren en docenten
Voor schoolleiders, leraren en docenten hebben de coronamaatregelen een hogere werkdruk en meer stress tot gevolg gehad. Zij hebben alles op alles gezet om het onderwijs door te laten gaan en geen leerling of student uit het oog te verliezen. Leraren en docenten geven aan trots te zijn op wat in de moeilijke omstandigheden is bereikt. Ondersteuning en persoonlijke aandacht vanuit het management, ook voor het welbevinden, hielpen daarbij.
Effecten op lange termijn moeilijk te voorspellen
Tot slot moeten het onderwijsveld en de inspectie ook verder vooruitkijken; het is op dit moment moeilijk te voorspellen wat de coronamaatregelen op de lange termijn betekenen voor leerlingen en studenten. Denk daarbij aan hun ontwikkeling, hun schoolloopbaan, hun start op de arbeidsmarkt en hun welzijn.
Publicaties per sector
Per sector vindt u een factsheet waarin op hoofdlijnen de bevindingen van het onderzoek staan. Lees de bevindingen van:
- de sector primair onderwijs
- de sector voortgezet onderwijs
- de sector speciaal onderwijs
- de sector voortgezet speciaal onderwijs
- de sector middelbaar beroepsonderwijs
- de sector hoger onderwijs.
In elke factsheet staan links naar meer verdiepende teksten. Ook kunt u daar de technische rapporten downloaden.
Hoe heeft het onderzoek er in grote lijnen uitgezien?
In de 16 maanden van half maart 2020 tot aan de zomer 2021 konden scholen en instellingen alleen onderwijs geven volgens de toen geldende coronamaatregelen. Die troffen alle sectoren, maar verschilden per sector wel van aard, duur en periode. In het voorjaar van 2021 hebben wij onderzoek gedaan naar de gevolgen van deze crisis, waarbij we leerlingen/studenten, docenten en andere medewerkers, schoolleiders en besturen bevroegen op hun ervaringen en inzichten.
Op schoolniveau (funderend onderwijs) en op opleidingsniveau (mbo) is het onderzoek representatief voor de groep die bevraagd is. In het ho is een studentenenquête de bron van de resultaten.
Het onderzoek geeft een beeld van de ervaringen en inzichten van de bevraagden over de gevolgen die 16 maanden corona voor hen had. In de Staat van het Onderwijs in april 2022 komen wij terug op de gevolgen van de coronacrisis. Intussen is het Nationaal Programma Onderwijs gestart. Hierbij ontvingen scholen extra geld om de gevolgen van de crisis op te vangen en achterstanden in te lopen. Eind oktober komt het departement met een eerste publicatie