Onvoldoende veiligheid en ontwikkelmogelijkheden voor nieuwkomerskinderen

Voor kinderen en jongeren die verblijven op gezinslocaties (glo, asielzoekerscentra voor uitgeprocedeerde gezinnen) zijn veiligheid en onderwijs geen vanzelfsprekendheid. Scholen en besturen doen hun uiterste best om hun leerlingen een relatief stabiele schoolomgeving te bieden, waarin zij zich veilig voelen en zich kunnen ontwikkelen. De leerlingen groeien echter op in een onveilige omgeving, ondanks de inzet van alle betrokkenen. Daardoor wordt de ononderbroken ontwikkeling van kinderen en jongeren geschaad.

Logo Inspectie van het Onderwijs

Dit komt naar voren uit een onderzoek dat de Inspectie van het Onderwijs in oktober en november 2022 uitvoerde op de 5 gezinslocaties voor uitgeprocedeerde asielzoekers. 
De inspectie roept daarom de minister voor primair en voortgezet onderwijs op om het belang van deze kinderen meer centraal te stellen. 

Verantwoordelijkheid overheid

De Nederlandse overheid heeft het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind ondertekend en heeft daarmee het recht van kinderen op onderwijs en ontplooiing onderschreven. Dit betekent dat de overheid verantwoordelijk is voor een ononderbroken ontwikkeling, onderwijs aan en veiligheid van nieuwkomerskinderen. Eerder vroegen de Inspecties Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd aandacht voor het welzijn en de veiligheid van kinderen in de asielopvang als gevolg van de aanhoudende problemen in de asielopvang. 

Bevindingen

Uit het onderzoek kwamen de volgende bevindingen naar voren:

Het verblijf in gezinslocaties is vaak langdurig

Gezinnen verblijven vaak langdurig op de gezinslocaties. Uit gegevens van 2019 blijkt dat 60% van de gezinnen die toen op de gezinslocaties verbleven, langer dan 3 jaar in Nederland was; 35% van deze groep langer dan 5 jaar (zie: Rapport Onderzoekscommissie Langdurig verblijvende vreemdelingen zonder bestendig verblijfsrecht (2019). Den Haag: Rijksoverheid). Naar alle waarschijnlijkheid is de verblijfduur sindsdien alleen maar toegenomen, aangezien de asielprocedures nog veel langer duren dan in 2019.

De toegang tot onderwijs en een ononderbroken ontwikkeling zijn niet gegarandeerd

Door het lange verblijf in de asielopvang en de organisatie en regelgeving rond de opvang moeten uitgeprocedeerde kinderen en jongeren vaak vele malen verhuizen en dus ook vaak van school veranderen. 5, 6 of 7 keer verhuizen is voor 9- of 10-jarige kinderen geen uitzondering. Dit heeft een negatieve invloed op de ononderbroken ontwikkeling van kinderen en jongeren. Zeer ernstig is dat verhuizing vaak leidt tot een kortere of langere onderbreking van het onderwijs. Doordat verhuizingen vaak onvoorbereid en op korte termijn plaats vinden wordt een soepele overdracht bemoeilijkt. Daarnaast is er in het nieuwkomeronderwijs vaak sprake van wachtlijsten. Met name internationale schakelklassen (isk) hebben wachtlijsten, waardoor jongeren niet geplaatst kunnen worden. Ook is er te weinig aanbod voor leerlingen van 16+, die ‘te oud’ zijn voor een isk, maar niet toelaatbaar worden geacht op het mbo.

De woonomstandigheden en verhuizingen schaden de veiligheid en ontwikkeling van kinderen en jongeren

De gezinslocaties zijn ingericht op sobere opvang. Door de huidige verstopping in de asielketen en de huisvesting van verschillende groepen asielzoekers op deze locaties staat echter de veiligheidssituatie op de gezinslocaties onder druk. Scholen zorgen voor een relatief veilige plek, maar kunnen het structurele gevoel van onveiligheid bij de kinderen en jongeren niet wegnemen. De sobere woonomstandigheden (gehorig, klein, soms geen eigen kookgelegenheid) hebben tot gevolg dat zij niet goed kunnen slapen of niet goed eten, wat belemmerend werkt op het goed kunnen leren.

Scholen kunnen niet voldoen aan hun wettelijke taak betreffende burgerschap

Scholen willen wel, maar kunnen niet voldoen aan hun wettelijke burgerschapsopdracht. Door de huidige wet- en regelgeving kunnen de uitgeprocedeerde ouders namelijk niet (volledig) in onze samenleving meedoen. Hierdoor leven leerlingen op deze scholen op afstand van de Nederlandse maatschappij. Zij zijn niet vrij en ook niet gelijkwaardig aan andere burgers in de samenleving. Dit maakt dat het voor scholen moeilijk is om leerlingen respect bij te brengen voor basiswaarden van de democratische rechtsstaat. De leerlingen lijken zelf namelijk geen aanspraak te kunnen maken op ten minste twee van deze basiswaarden: vrijheid en gelijkwaardigheid.

Aanbevelingen

Omdat de inspectie weet dat de ruimte voor aanpassingen in de asielketen beperkt is, benadrukt zij om in ieder geval de zaken die wél veranderbaar zijn aan te pakken. Het gaat om de volgende aanbevelingen:

Stel het belang van kinderen meer centraal

Kinderen die in een asielprocedures zitten zijn kwetsbaar. Hun veiligheid en kansen op een goede ontwikkeling zouden leidend moeten zijn, zeker op de gezinslocaties. Om het belang van kinderen centraal te stellen zijn duidelijke afspraken nodig over communicatie, uitwisseling van informatie, hanteren van de AVG, overlegstructuren en verantwoordelijkheden. Ook de vele verhuizingen zijn niet in het belang van kinderen.

Ga uit van een realistische verblijfsduur

Gezinnen blijven vaak geen weken, maar jaren op gezinslocaties. Dat betekent dat de realistische verblijfsduur uitgangspunt moet zijn voor het onderwijs voor deze groep leerlingen in plaats van ‘kort verblijf’ als uitgangspunt. Gezien de lange verblijfsduur zijn toegang tot onderwijs, waarborgen van veiligheid en een ononderbroken ontwikkeling extra belangrijk.

Houd kinderen in beeld

Elke verhuizing is een breuk in de ontwikkeling van een kind en vormt een risico. Scholen weten niet altijd waar kinderen blijven als ze verhuizen. Ze raken uit beeld tot een vervolgschool contact opneemt of blijven uit beeld. Het is noodzakelijk dat scholen, gemeenten, inclusief leerplicht, en COA hierover afspraken maken en dat leerplicht landelijk op dezelfde manier met deze kwestie omgaat.

Verhelder de positie van nieuwkomers binnen passend onderwijs

Nieuwkomers met extra ondersteuningsbehoeften moeten net als andere leerlingen gebruik kunnen maken van de voorzieningen voor extra ondersteuning, ongeacht hun status of verblijfsduur. De zorgplicht passend onderwijs die schoolbesturen hebben, geldt ook voor nieuwkomers met een extra ondersteuningsbehoefte. Samenwerkingsverbanden moeten bij de extra ondersteuning rekening houden met en anticiperen op de situatie van de groep nieuwkomers in glo-locaties. De inspectie moet daar in het toezicht ook extra alert op zijn. 

Opzet en aanleiding onderzoek

De inspectie heeft in oktober en november 2022 onderzoek gedaan op de 5 gezinslocaties van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Zij onderzocht of de kinderen en jongeren die er wonen een ononderbroken ontwikkeling (kunnen) doormaken en of hun veiligheid en hun toegang tot onderwijs kunnen worden gewaarborgd. De inspectie bezocht 5 scholen voor primair onderwijs op of nabij de 5 COA-gezinslocaties. Daarbij werden gesprekken gevoerd met diverse betrokkenen: schooldirecteur, intern begeleider, leraren, een klein aantal leerlingen, diverse ketenpartners die betrokken zijn bij de school en een locatieleider van het COA. Ook zijn de inspecteurs rondgeleid op de school en de gezinslocatie en hebben zij een vragenlijst uitgezet onder het onderwijspersoneel. 

Doordat het onderzoek op korte termijn moest plaatsvinden zijn scholen voor voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs niet meegenomen in het onderzoek. Dit betekent dat de inspectie niet weet hoe deze leerlingen zich ontwikkelen, of ze naar school gaan en of ze veilig zijn.

Aanleiding voor dit onderzoek was een geweldsincident op een van de gezinslocaties, een mishandeling van een 5-jarige jongen en mogelijke betrokkenheid van een 11-jarige en een daarop volgende brandbrief van de burgemeesters uit de betreffende gemeenten.