Meer wisselingen bij leerlingen op azc-scholen (type 1)

Zoals beschreven in de factsheet schoolloopbanen van nieuwkomers wisselen asielzoekerskinderen vaker van school dan kinderen van arbeidsmigranten. Het ligt voor de hand dat we dit beeld ook terugzien bij leerlingen die gestart zijn op een type 1-voorziening.

Zij wisselen vaker van school dan leerlingen die gestart zijn op een type 2-, type 3- of 4-voorziening. Als rekening gehouden wordt met de achtergrondkenmerken van de leerlingen (geslacht en opleidingsniveau ouders) dan zijn de verschillen in schoolwisseling tussen de typen nieuwkomersvoorzieningen significant. Deze verschillen vinden waarschijnlijk (deels) hun verklaring in de asielprocedure. Asielzoekers verhuizen in de verschillende fasen van de procedure geregeld naar een andere locatie. De veelvuldige verhuizingen zijn ingrijpend voor de kinderen en hun ouders (zie Kind in azc). Kinderen benoemen in dit rapport positieve en negatieve gevolgen van verhuizingen. Als positief ervaren zij bijvoorbeeld: nieuwe vrienden en een leukere locatie. Negatief vinden zij het verlies van vrienden. Professionals en vrijwilligers verbonden aan het azc zien vooral negatieve effecten, zoals het verlies van vrienden en een achterstand op school.

Kinderen met asiel als migratiemotief starten vaker op een type 1- of type 2-voorziening dan kinderen van arbeidsmigranten of met andere migratieachtergronden (zie figuur 4). Het verblijf op een type 1- of 2-voorziening is tijdelijk. Na één of twee jaar stromen de leerlingen veelal uit naar een reguliere basisschool. Ook dit betekent een wisseling van school. Om deze overgang soepel te laten verlopen is het belangrijk dat er een zorgvuldige, liefst ‘warme’ overdracht van informatie over de leerlingen plaatsvindt tussen de nieuwkomersvoorziening en de ontvangende school.

Figuur 4 Type nieuwkomersvoorziening waar nieuwkomers zijn gestart in het basisonderwijs, uitgesplitst naar migratiemotief van ouders (N = 19.852)

Figuur 4 Type nieuwkomersvoorziening waar nieuwkomers zijn gestart in het basisonderwijs, uitgesplitst naar migratiemotief van ouders (N = 19.852)
Type 1Type 2Type 3 en 4
asielachtergrond14,7917,0468,17
arbeidsachtergrond1,2513,4485,3
overig en onbekend2,6710,8986,44
Bron: Inspectie van het Onderwijs, eigen berekeningen op basis van CBS microdata Brontabel als csv (137 bytes)

Leerlingen die op een type 3- of 4-voorzieningen starten, wisselen minder vaak van school. Van scholen horen wij dat bij type 3-voorzieningen leerlingen vaak uitstromen naar een reguliere klas op de basisschool waar het type 3 aan verbonden is. Bij een type 4-voorziening zitten de nieuwkomersleerlingen al in de reguliere klas. Hierdoor is er ook geen sprake van een extra wisseling van school.

Meer verwijzingen naar het speciaal (basis)onderwijs

De overstap van basisonderwijs naar speciaal (basis)onderwijs (s(b)o) is ook een wisseling van school. Het percentage nieuwkomers dat uitstroomt naar het s(b)o ligt hoger dan voor niet-nieuwkomers (6 procent ten opzichte van 4 procent). Rekening houdend met het opleidingsniveau van ouders en geslacht is dit verschil niet significant. Tussen leerlingen met verschillende migratiemotieven verschilt het beeld: nieuwkomers met asiel als migratiemotief worden iets vaker verwezen naar het s(b)o (7 procent) dan niet-nieuwkomers, maar dit verschil is niet significant. Nieuwkomers die zijn gemigreerd om arbeidsredenen stromen significant minder vaak uit naar het s(b)o dan niet-nieuwkomers. Dit beeld sluit aan bij bevindingen uit een eerder onderzoek (Inspectie van het Onderwijs, 2019). Daar zagen we dat leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond (de tweede generatie) en met ouders met maximaal een opleiding op mbo 2-niveau minder vaak naar het s(b)o worden verwezen dan leerlingen zonder migratieachtergrond. Dit komt misschien door negatieve opvattingen van niet-westerse ouders over verwijzing naar het s(b)o. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat nieuwkomers vaak pas later in het basisonderwijs instromen, en daardoor minder kans hebben om verwezen te worden naar het s(b)o.