Beoordeling leerresultaten primair onderwijs schooljaar 2023-2024
Met ingang van schooljaar 2023-2024 maken leerlingen uit groep 8 de doorstroomtoets in plaats van de eindtoets. Ze maken deze toets 2 maanden eerder dan de eindtoets. De Centrale eindtoets bestaat sinds niet jaar niet meer. De andere eindtoetsen werden een doorstroomtoets. Ook zijn er twee nieuwe doorstroomtoetsen.
Met de overgang van de eindtoets naar de doorstroomtoets is het College voor Toetsen en Examens (CvTE) vanaf nu verantwoordelijk voor de normering. Met andere woorden: de vergelijkbaarheid van de toetsresultaten.
Beoordeling leerresultaten
In het schooljaar 2023-2024 beoordelen we bij onderzoeken op scholen de leerresultaten op basis van de eindtoetsen van 2021, 2022 en 2023. Dat doen wij omdat het effect van alle veranderingen op de leerresultaten nog onbekend is. De schoolweging 2019/2020 - 2020/2021 - 2021/2022 is dan van toepassing. Naast de signaleringswaarden voor een voldoende oordeel gebruiken we bij de beoordeling de correctiewaarden 23-24. De resultaten op de doorstroomtoets van 2024 betrekken we hierbij nog niet.
Nemen we de resultaten doorstroomtoets mee bij beoordeling?
Alleen op verzoek van de school betrekken we tijdens een onderzoek de resultaten op de doorstroomtoets 2024 bij de beoordeling. Dat doen we ook alleen als we de leerresultaten op dat moment als voldoende kunnen beoordelen. We beoordelen dan de resultaten van de doorstroom/eindtoetsen van 2022, 2023 en 2024 en hanteren dezelfde beoordelingswerkwijze als in het schooljaar 2024-2025. Dat wil zeggen dat de schoolweging 2020-2021 - 2021-2022 - 2022-2023 van toepassing is en dat de correctiewaarden vervallen.
In het schooljaar 2023-2024 houden we nog rekening met het gegeven dat de resultaten in schooljaar 2020-2021 zijn beïnvloed door corona en het feit dat er in 2021 sprake is van normeringsverschillen tussen de eindtoetsen (meer informatie hierover is te vinden na onderstaande tabel).
Nadere analyses van de leerresultaten na de zomervakantie
Zodra de resultaten op de doorstroomtoetsen van 2024 bekend zijn, zullen we deze analyseren. We kijken dan ook of we onze beoordelingswijze moeten aanpassen. Na de zomervakantie van 2024 kunnen we hier duidelijkheid over geven.
Signaleringswaarden en correctiewaarden
In de schooljaren 2022-2023 en 2023-2024 hanteren we naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. In de correctiewaarden houden we rekening met de ‘onzekerheidsmarge’ veroorzaakt door de effecten van de coronacrisis en de normeringsverschillen tussen de eindtoetsen.
Beslisregels
- De leerresultaten zijn Voldoende als het behaalde percentage referentieniveaus voor beide indicatoren 1F en 1S/2F boven de signaleringswaarden ligt.
- De leerresultaten zijn Onvoldoende als het behaalde percentage referentieniveaus voor één of beide indicatoren 1F en 1S/2F onder de correctiewaarde liggen.
- De leerresultaten krijgen ‘geen oordeel’ in alle andere gevallen. Met andere woorden: er wordt geen oordeel gegeven als voor één of beide indicatoren 1F en 1S/2F het behaalde percentage referentieniveaus tussen de signaleringswaarde en de correctiewaarden ligt én voor geen van de indicatoren 1F en 1S/2F het behaalde percentage referentieniveaus onder de correctiewaarden ligt. In deze gevallen is het niet mogelijk om een betrouwbaar oordeel te geven.
Tijdens het onderzoek op de school kan de verantwoording van de school er alsnog toe leiden dat de leerresultaten als voldoende worden beoordeeld of dat deze ‘geen oordeel’ krijgen.
Tabel Signaleringswaarden en correctiewaarden in percentages behaalde referentieniveaus
Normeringsverschillen tussen eindtoetsen
De normeringen van verschillende eindtoetsen kwamen de afgelopen jaren gescheiden van elkaar tot stand. In het voorjaar van 2021 is geconstateerd dat de normeringen van de verschillende eindtoetsen in 2019 en 2021 nog niet hebben geleid tot volledig vergelijkbare resultaten op de referentieniveaus. Dit betekent dat sommige leerlingen – met scores dicht tegen de grens voor het wel of niet behalen van het referentieniveau – ten onrechte een referentieniveau net wel of net niet hebben gehaald. Dit heeft overigens voor de leerlingen in kwestie geen effect gehad op hun toetsadviezen. Het is echter niet na te gaan wat het exacte effect hiervan is voor een individuele school. Op macro- en schoolniveau tellen deze verschillen op tot enkele procentpunten verschil in de beheersing van taal- en/of rekenvaardigheid.
Correctiewaarden
De correctiewaarden zijn als volgt bepaald. Het effect van corona op de resultaten van 2021 is bepaald door het verschil in de gemiddelde eindtoetsscores van 2019 (geen corona-effect) en 2021 (wel een corona-effect) te berekenen voor elke schoolwegingscategorie. Daarnaast gaan we uit van een effect voor de normeringsverschillen: 2% voor de resultaten van zowel 2019 als 2021.
Indicator IS/2F
Bij de beoordeling in 2022/2023 ligt de correctiewaarde voor 1S/2F op 4% (2% in 2019 plus 2% in 2021) plus het verschil in gemiddelde eindtoetsscore tussen 2019 en 2021 onder de signaleringswaarde.
Indicator 1F
Verder hanteren we een correctiewaarde voor 1F van 80 in 2022/2023.
Bij de beoordeling in 2023/2024 worden de resultaten van 2019 niet langer beschouwd bij de beoordeling en ligt de correctiewaarde voor beide indicatoren 1F en 1S/2F 2 procent hoger. In 2024/2025 worden ook de resultaten van 2021 niet meer betrokken en vervallen de correctiewaarden.