Creatief gebruik van onderwijstijd in het basisonderwijs
Steeds meer scholen bedenken creatieve constructies rond de planning van onderwijstijd. Wat zijn de belangrijkste uitgangspunten waar scholen aan moeten voldoen?
Uitgangspunten
- De minimale onderwijstijd moet worden gehaald. Dat wil zeggen dat de leerlingen in acht aaneengesloten schooljaren ten minste 7.520 uren onderwijs ontvangen. Het dient in dat kader voor ouders, leerlingen en inspectie volstrekt helder te zijn welke tijd door de school als onderwijstijd wordt aangemerkt en welke niet.
- De school dient de vakantieperioden te hanteren, zoals vastgelegd in de Regeling vaststelling schoolvakanties. Dit betreft voor de zomervakantie in het basisonderwijs een periode van zes aaneengesloten weken. Gedurende deze periode kan de school (het gebouw) wel open zijn, maar de leerlingen zijn niet verplicht om aan de onderwijsactiviteiten mee te doen. Deze activiteiten tellen ook niet mee als onderwijstijd. Slechts enkele scholen die deelnemen aan een officieel experiment kunnen hiervan afwijken als dit expliciet is bepaald.
- Ook voor de meivakantie geldt de Regeling vaststelling schoolvakanties. Scholen kunnen de meivakantie met een week uitbreiden.
- Voor de herfst- en voorjaarsvakantie worden adviesdata gegeven, maar hier kunnen scholen in overleg met de medezeggenschapsraad van afwijken. Bijvoorbeeld in verband met carnaval of om de meivakantie met een week uit te breiden.
- Scholen mogen extra vakantie, vrije dagen en studiedagen inroosteren buiten de wettelijk verplichte zomer- en meivakantie. Daarbij moeten scholen wel de wettelijke voorschriften volgen. Ten slotte is ieder schooljaar instemming van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad nodig voordat het bestuur een besluit neemt over de onderwijstijd en de planning/inrichting daarvan.
Vragen?
Twijfelt u over de toelaatbaarheid van de gehanteerde of gewenste onderwijstijdindeling? Leg uw vraag dan voor aan Klantcontact via het contactformulier.