Zeilreizen en leerplicht
Kunnen leerlingen deelnemen aan langdurige zeilreizen zoals Masterskip en School at Sea? Leerplichtige jongeren moeten naar school, maar de reisorganisatie is geen school. Toch zijn er mogelijkheden, maar alleen onder strikte voorwaarden.
De Inspectie van het Onderwijs onderscheidt 3 opties om een leerling in het voortgezet onderwijs mee te laten gaan met initiatieven als Masterskip en School at Sea.
Optie 1. Inschrijven op buitenlandse school
De eerste optie is uitschrijven op de school in Nederland en inschrijven op een school in het buitenland. De leerplichtambtenaar moet nagaan of de leerling hiermee aan de leerplicht voldoet.
Optie 2. Reis als onderdeel van onderwijsprogramma school
De tweede optie is de reis structureel en integraal inbouwen in het onderwijsprogramma van de school, waarmee de reis onderdeel wordt van de onderwijstijd. Hierbij moet worden voldaan aan de randvoorwaarden in de brief van de minister Grenzen aan de ruimte in de onderwijstijd van 5 juli 2019.
Dat betekent dat de reis in elk geval aan de volgende criteria moet voldoen (in de brief worden deze criteria nader uitgewerkt):
- de activiteit is bewust gepland en verzorgd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag;
- de activiteit is uitgevoerd onder de pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid van een leraar of een ander die hier op grond van de wet mee belast mag worden;
- de medezeggenschapsraad moet er vooraf mee hebben ingestemd.
Bekostiging en toelating
Als een reis onderdeel is van het onderwijsprogramma, moet de reis ook door de school worden bekostigd. Daarmee is de reis in beginsel voor alle leerlingen toegankelijk. Wel kan de school voorwaarden stellen waar een leerling aan moet voldoen om mee te mogen. Van de school verwachten we dat de voorwaarden scherp zijn onderbouwd en passen bij de opleiding waar de leerling is ingeschreven.
Voor zover de school de reis betaalt uit de rijksbekostiging, gelden de wettelijke bekostigingsvoorwaarden. Die staan onder meer beschreven in de artikelen 5.4. lid 4 en 5.39. lid 3 WVO 2020.
Vrijwillige ouderbijdrage
Voor de reis kan een vrijwillige ouderbijdrage worden gevraagd. Kunnen ouders niet betalen, en voldoet de leerling aan de voorwaarden voor deelname? Dan mag toegang niet worden geweigerd.
Verantwoordelijkheid bij samenwerkingen
Samenwerking met externe partijen is mogelijk, maar de school is en blijft verantwoordelijk. Omdat een leerling lange tijd niet op school aanwezig is, moet heel duidelijk zijn hoe de school regie houdt op het leerproces van de leerling.
Optie 3. Maatwerk in onderwijstijd
De derde optie is maatwerk in onderwijstijd voor individuele leerlingen. De Wet modernisering onderwijstijd VO (artikel 2.38 WVO 2020) geeft scholen ruimte hoe zij in overleg met de medezeggenschapsraad hun onderwijstijd invullen. In de gespreksnotitie van het ministerie van OCW Wat telt mee als onderwijstijd, en onder welke voorwaarden? van 27 oktober 2015 staat dat sommige leerlingen genoeg hebben aan minder onderwijstijd. Voor individuele leerlingen kunnen scholen dus op basis van professionele overwegingen afwijken van het aantal uren als genoemd in art. 2.38 WVO 2020 van het onderwijsprogramma waarvoor de leerling is ingeschreven.
Afwijkingen alleen in het belang van de leerling
Deze vorm van maatwerk in onderwijstijd moet in het belang zijn van de leerling en rekening houden met het uitstroomperspectief van de leerling. De school moet kunnen onderbouwen waarom déze leerling genoeg heeft aan minder onderwijstijd. Het is belangrijk en noodzakelijk dat een school zich over de professionele keuze voor het maatwerk in deze vorm kan verantwoorden. Daarbij geldt dat de omvang van de afwijking van de onderwijstijd een relevante factor is: een fikse onderschrijding vergt meer verantwoording en is minder snel te rechtvaardigen dan een kleine onderschrijding. Ook voor deze derde optie geldt dat de medezeggenschapsraad in moet stemmen met het beleid rondom onderwijstijd. Daartoe rekenen we ook de criteria voor afwijking.