Gemeenten en de Inspectie van het Onderwijs zullen weer samenwerkingsovereenkomsten afsluiten om samen ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Doel: ervoor zorgen dat zo veel mogelijk leerlingen een diploma of startkwalificatie halen. Leerplichtambtenaren van gemeenten worden zo (opnieuw) de ‘ogen en oren’ van de inspectie, terwijl de inspectie formeel toezichthouder blijft.
Samenwerking weer mogelijk door wijziging Leerplichtwet
Een wijziging van de Leerplichtwet 1969 maakt het voor gemeenten en de inspectie weer mogelijk om een samenwerkovereenkomst af te sluiten. Leerplichtambtenaren van gemeenten kunnen dan voor de inspectie onderzoek bij scholen uitvoeren naar het registeren en melden van ongeoorloofd verzuim. De verwachting is dat deze samenwerking bijdraagt aan het terugdringen van het aantal vroegtijdig schoolverlaters en thuiszitters. Door de samenwerking tussen gemeenten en de inspectie zal de melding en registratie van ongeoorloofd verzuim verbeteren, waardoor interventie in een vroegtijdig stadium kan worden gerealiseerd.
Eerdere samenwerking stopgezet door rechter
Eerder spraken gemeenten af met de inspectie dat de gemeentelijke leerplichtambtenaren voor de inspectie onderzoek bij scholen uitvoeren naar het registeren en melden van ongeoorloofd verzuim. De rechter heeft echter geoordeeld dat leerplichtambtenaren van gemeenten binnen de huidige wetgeving niet bevoegd zijn om dergelijke onderzoeken op schoolniveau uit te voeren. Naar aanleiding van de uitspraak zijn de onderzoeken door de gemeenten naar naleving van de Leerplichtwet 1969 door (hoofden van) scholen stopgezet.
Zowel de samenwerkingsgemeenten, de inspectie als het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zagen een grote meerwaarde in samenwerken bij het tegengaan van ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten. Daarom zijn destijds in overleg tussen deze partijen afspraken gemaakt over de wijze waarop we de samenwerking binnen de kaders van de wet kunnen continueren.