Toelichting bij rapport 'Ouderbijdrage in het primair onderwijs'
In haar rapporten ‘De vrijwillige ouderbijdrage in het primair onderwijs’ en ‘De vrijwillige ouderbijdrage in het voortgezet onderwijs’ gaat de inspectie kort in op de situatie waarin de vrijwillige ouderbijdrage niet geïnd wordt door de school, maar door bijvoorbeeld de ouderraad of de oudervereniging. Zij stelt daarover het volgende:
‘Voorts kwam in het onderzoek een complicatie naar voren. In vier vijfde van de scholen innen de ouderraad of de oudervereniging de ouderbijdrage namens de school. Tevens is geconstateerd dat bij veel scholen niet de medezeggenschapsraad de hoogte en de bestemming van de ouderbijdrage vaststelt, maar bijvoorbeeld de jaarvergadering van de ouderraad of de algemene ledenvergadering van de vereniging. Dit laatste is wettelijk niet toegestaan, met uitzondering van die scholen waaraan tot 1 augustus 2009 ontheffing voor een medezeggenschapsraad was verleend. In dit onderzoek kon niet worden nagegaan om hoeveel scholen het gaat. Het vermoeden bestaat echter dat dit veel vaker voorkomt dan alleen op die scholen die een ontheffing hebben gekregen.’(Rapport 'De vrijwillige ouderbijdrage in het primair onderwijs', pagina 6)
Uit reacties vanuit enkele ouderorganisaties is gebleken dat deze tekst tot het misverstand kan leiden dat de oudergeleding van de medezeggenschapsraad te allen tijde goedkeuring zou moeten geven aan de hoogte van de geldelijke bijdrage die door de ouderraad of oudervereniging wordt geïnd (‘Medezeggenschapsrecht gaat boven het verenigingsrecht’). Dit laatste is echter wat te kort door de bocht. In deze bijlage leest u ter toelichting het inspectiestandpunt.