Hoe werkt ons toezicht op hoger onderwijs?
De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt en bevordert de kwaliteit van het stelsel voor hoger onderwijs. Verder zien we toe op de financiële rechtmatigheid, doelmatigheid en continuïteit en op de naleving van wettelijke voorschriften door instellingen in het hoger onderwijs. Bij ernstige incidenten kunnen we een onderzoek instellen bij een instelling.
Onderdelen van het toezicht
Onze taken in het hoger onderwijs vertalen we in de volgende onderdelen van het toezicht:
- beoordelen en bevorderen van de kwaliteit van het stelsel voor hoger onderwijs
- beoordelen en bevorderen van de kwaliteit van het Nederlandse accreditatiestelsel
- beoordelen en bevorderen van de financiële rechtmatigheid, doelmatigheid en continuïteit bij bekostigde instellingen
- incidenteel onderzoek bij instellingen bij ernstige klachten of signalen
- advisering over toetredingsaanvragen
-
het toezicht op het terecht gebruik van de namen universiteit en hogeschool en het terecht verlenen van graden in het hoger onderwijs
Onderzoek naar de naleving van wettelijke voorschriften kan zich bij elk van deze onderdelen voordoen. Op stelselniveau gaat het niet alleen om de kwaliteit maar ook om het bevorderen van de naleving van aan de orde zijnde wettelijke voorschriften bij meerdere instellingen, dan wel binnen het accreditatiestelsel. Op instellingsniveau gaat het bij incidenten om de naleving van aan de orde zijnde wettelijke voorschriften door de desbetreffende instelling. Indien bij incidenten de kwaliteit in het geding is, kan de NVAO op verzoek van de minister een onderzoek instellen.
Het toezicht betreft zowel onderwijs bij de bekostigde instellingen als bij de niet-bekostigde rechtspersonen voor hoger onderwijs. Het financieel toezicht betreft echter alleen de bekostigde instellingen, met uitzondering van de advisering over het recht van rechtspersonen om graden te verlenen, waarvoor ook de financiële continuïteit getoetst wordt. Ook bij incidenten waarbij de belangen van studenten aan de orde zijn, kan de inspectie de financiële continuïteit bij rechtspersonen onderzoeken.
Toezicht op de kwaliteit van het stelsel voor hoger onderwijs
Wij volgen systematisch de ontwikkelingen in de kwaliteit en de financiële staat van het hoger onderwijs. We rapporteren jaarlijks over de staat van het hoger onderwijs in het Onderwijsverslag. We streven daarbij naar het evenwichtig signaleren van zowel positieve als zorgelijke ontwikkelingen, bij voorkeur in een vergelijkend perspectief: trends in de tijd dan wel in internationale vergelijking.
Toezicht op het stelsel organiseren we aan de hand van meerjarige programmalijnen. Informatie over deze programmalijnen en de gepubliceerde rapporten vindt u onder Themaonderzoeken hoger onderwijs.
Toezicht op de kwaliteit van het accreditatiestelsel
Het toezicht op het accreditatiestelsel vindt plaats op grond van een afzonderlijk toezichtkader. Hierin staan de werkwijze van het toezicht en het waarderingskader, dat wil zeggen de kwaliteitstandaarden waaraan het accreditatiestelsel dient te voldoen.
Dit toezicht betreft het Nederlandse deel van het Nederlands-Vlaamse accreditatiestelsel en omvat geen toezicht op de NVAO, maar op de kwaliteit van het functioneren van het accreditatiestelsel in Nederland. De rapporten over de kwaliteit van het accreditatiestelsel vindt u onder Themaonderzoeken hoger onderwijs.
Samenwerking met de NVAO en CDHO
In het hoger onderwijs werkt de inspectie nauw samen met de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) en de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO). Doel van de samenwerking is het realiseren van een logisch, effectief en samenhangend stelsel van externe borging in het hoger onderwijs. De samenwerking heeft impact voor hogescholen, universiteiten en private aanbieders van hoger onderwijs en voor degene die daarbinnen werken en leren. Op de pagina Samenwerking inspectie met NVAO en CDHO kunt u meer lezen over deze samenwerking.
Toezicht op financiële rechtmatigheid en continuïteit
Het financiële toezicht op de bekostigde instellingen in het hoger onderwijs bestaat uit toezicht op de financiële rechtmatigheid en doelmatigheid en op financiële continuïteit. Het financieel toezicht is gericht op het bestuur van instellingen en dus niet op afzonderlijke opleidingen en faculteiten.
Incidenteel onderzoek bij instellingen bij ernstige signalen
Lees hierover meer op onze contactpagina.
Meldingen door instellingen
Instellingen zijn in het hoger onderwijs niet wettelijk verplicht eventuele incidenten en/of misstanden bij de inspectie te melden. Een uitzondering geldt voor zedenmisdrijven. Als daarvan (mogelijk) sprake is, moet het instellingsbestuur, in een aantal gevallen (zie hiervoor artikel 1.20 van de WHW), in overleg treden met de vertrouwensinspecteur. Voor andere incidenten en/of misstanden, zoals bijvoorbeeld onregelmatigheden met tentamens, geldt dat instellingen er altijd voor kunnen kiezen deze uit eigen beweging bij de inspectie te melden via het contactformulier.
Advisering over toetredingsaanvragen
De Inspectie van het Onderwijs heeft een rol bij de erkenning van rechtspersonen voor hoger onderwijs. Meer informatie vindt u op de website van de NVAO.
Toezicht op namen en graden
Organisaties mogen niet zomaar de naam universiteit of hogeschool gebruiken en mogen niet onterecht graden verlenen. De inspectie houdt toezicht op het terecht gebruik van de namen universiteit en hogeschool en het terecht verlenen van graden in het hoger onderwijs. Naar aanleiding van ontvangen signalen voert de inspectie een verkenning uit om te zien of er sprake is van een overtreding. Als dat het geval is, gaat de inspectie in gesprek met de overtreder. Als blijkt dat de overtreding voortduurt, volgt een handhavingstraject waarbij een boeterapport wordt opgesteld. De minister kan vervolgens een boete opleggen aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon die onterecht gebruik maakt van de naam universiteit of hogeschool of onterecht graden verleent. Als u vermoedens heeft dat dit gebeurt, kunt u dit doorgeven aan de inspectie via het contactformulier.