Toezicht op Overige educatie
De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op diplomagerichte opleidingen voor mensen van 18 jaar en ouder die moeite hebben met de Nederlandse taal, rekenen en Digitale Vaardigheden (overige educatie). Hieronder vallen sinds 2022 ook taalschakeltrajecten, opleidingen gericht op instroom van inburgeringsplichtigen in een vervolgopleiding op mbo, hbo of wo niveau.
Opleidingen overige educatie richten zich op de doelgroep laaggeletterde volwassenen: moedertaal sprekers, anderstaligen zonder inburgeringsplicht en anderstaligen mét inburgeringsplicht. Elke gemeente bepaalt het aanbod aan opleidingen en waar de opleidingen gevolgd kunnen worden. Dit kan een roc zijn of een andere instelling die voor die opleidingen een diploma-erkenning van de minister heeft.
De werkwijze en het waarderingskader zijn beschreven in het Onderzoekskader mbo, hoofdstuk 9.4 en bijlage 4.
Taalschakeltrajecten
De Wet inburgering 2021 die in werking getreden is op 1 januari 2022 onderscheidt drie routes om in te burgeren: De B1 route, de zelfredzaamheidsroute (Z-route) en de Onderwijsroute. De Onderwijsroute bereidt inburgeraars voor op instroom in het Nederlandse beroeps- en hoger onderwijs. Hierin leert de deelnemer Nederlands op niveau B1 of hoger, rekenen en Engels en afhankelijk van de vervolgopleiding de juiste maatwerkvakken. Binnen de onderwijsroute zijn zeven verschillende taalschakeltrajecten te onderscheiden: Drie naar het mbo (niveau 2, 3 en 4), twee naar het hoger beroepsonderwijs en twee naar het wetenschappelijk onderwijs. De taalschakeltrajecten naar het hbo en het wo kennen de profielen Maatschappij, economie en informatietechnologie en Natuur, techniek en gezondheid.
Toezicht op taalschakeltrajecten
De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de taalschakeltrajecten omdat deze in artikel 1, tweede lid, van de Regeling aanwijzing opleidingen educatie zijn aangewezen als opleidingen educatie als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder f, van de Wet educatie en beroepsonderwijs. De Inspectie van het Onderwijs voert op grond van artikel 3, eerste lid, van de Wet op het onderwijstoezicht toezicht uit op opleidingen educatie. Het toezicht geldt ook voor taalschakeltrajecten die worden aangeboden door instellingen voor hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs.
Omdat de taalschakeltrajecten nieuw zijn voert de inspectie kwaliteitsonderzoeken uit bij alle instellingen die een diploma-erkenning hebben. Dat zijn er nu ongeveer 30. In 2023 zijn bij 10 instellingen kwaliteitsonderzoeken gedaan. In de komende jaren volgen de onderzoeken bij de overige instellingen. De inspectie vervolgt het toezicht in een vierjaarlijkse cyclus.
Jaarlijkse opgave opleidingen overige educatie
Instellingen die opleidingen overige educatie verzorgen moeten op grond van artikel 1.4a.1, zesde lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) jaarlijks voor 15 oktober bij de inspectie opgave doen van de opleidingen overige educatie zij in het lopende studiejaar verzorgen en in het voorgaande studiejaar hebben verzorgd. Deze verplichting is gerelateerd aan artikel 6a.1.4 van de WEB, waarin is opgenomen dat indien een instelling een opleiding educatie langer dan 2 studiejaren niet heeft verzorgd, het recht op diploma-erkenning voor die opleiding van rechtswege vervalt. Indien een instelling deze opleiding(en) in de toekomst wil verzorgen, dient zij hier opnieuw een diploma-erkenning voor aan te vragen.
Naast bovenstaande jaarlijkse opgave kan een instelling zelf aan DUO doorgeven wanneer een opleiding overige educatie niet, of niet meer, wordt verzorgd. Dit kan bij het Informatiecentrum onderwijs van DUO, e-mailadres ico@duo.nl.
Definitie studiejaar
Zowel artikel 1.4a.1, zesde lid en artikel 6a.1.4 van de WEB als de Beleidsregel diploma-erkenning overige educatie hanteren de term studiejaar. In artikel 1.1.1 van de WEB is de definitie van het begrip studiejaar opgenomen. Deze luidt ‘het tijdvak dat aanvangt op 1 augustus en eindigt op 31 juli van het daarop volgend jaar’. De opgave opleidingen overige educatie dient dan ook over bovengenoemde periode te worden gedaan. Aanlevering van de gegevens over een ander tijdvak, bijvoorbeeld kalenderjaar, kan op grond van de definitie in de WEB niet worden toegestaan.