Toetsen in het Nederlands onderwijs in het buitenland
Afname van de toetsen in het buitenland levert goede informatie op over de voortgang van het leerproces van de leerlingen en over hun niveau in vergelijking met dat van leerlingen in Nederland.
Toetsing primair onderwijs
Toetsing binnen het NTC-onderwijs
In het primair NTC-onderwijs neemt de methodegebonden en landelijk genormeerde toetsing veel onderwijstijd in beslag. Vaak te veel, omdat er in totaal maar 120 uur beschikbaar is. We raden NTC-scholen daarom aan om bij de methodegebonden toetsing goed te kijken of deze aansluit bij de keuzes die gemaakt zijn in het aanbod. Heeft u hier vragen over? Tijdens het inspectiebezoek gaan we hierover graag in gesprek. U kunt uw vraag ook stellen via ons contactformulier.
Wat betreft de landelijk genormeerde toetsing gaan we als inspectie in het primair NTC-onderwijs uit van minimaal:
- 1 keer per jaar toetsen op begrijpend lezen vanaf groep 5
- 1 keer per jaar toetsen op spelling vanaf groep 4
- 1 keer per jaar toetsen vanaf het jaar dat het leesproces in gang is gezet tot en einde van het voortgezet technisch leesproces (meestal vanaf groep 3 tot en met groep 6)
Woordenschattoets
Een woordenschattoets is niet verplicht. De afname van een woordenschattoetsen blijkt namelijk te weinig toegevoegde waarde te hebben voor R1- en R2-leerlingen. In individuele gevallen (met name bij R3-leerlingen) kan afname van een landelijk genormeerde taalniveautest (inclusief de woordenschat) wel zinvol zijn.
Leerresultaten
Als inspectie bekijken we de toetsgegevens van bovengenoemde toetsen om enerzijds te bepalen of scholen ambitieuze doelen voor de te bereiken leerresultaten opnemen in hun systeem van kwaliteitszorg. Anderzijds gaan wij met deze gegevens na of scholen de beoogde leerresultaten behalen. Dit kan voor leerlingen afzonderlijk, groepen leerlingen en per taaldomein. De referentieniveaus Nederlandse taal zijn daarbij het uitgangspunt. Ook kijken we bij de beoordeling van de leerresultaten naar de leerwinst per leerling en indien mogelijk ook per groep en per taaldomein. Het accent ligt daarbij op de resultaten op technisch en begrijpend lezen in de bovenbouw. Verder vinden we het belangrijk dat scholen kunnen laten zien dat zij de toetsresultaten gebruiken bij het bepalen van de inhoud van hun onderwijs. Ook dit kan weer op leerling- en/of groepsniveau.
De doorstroomtoetsen zoals die in Nederland gebruikt worden zijn niet geschikt voor het NTC-onderwijs.
Toetsing binnen het dagonderwijs
In het primair onderwijs op de dagscholen wordt op dezelfde wijze getoetst als in het Nederlandse onderwijs. Dat wil zeggen de leerlingen worden (in ieder geval op de kennisgebieden taal en rekenen/wiskunde) vanaf groep 3 gevolgd met betrouwbare en valide toetsen die ook een indicatie geven van de bereikte referentieniveaus. Ook nemen de leerlingen op de dagscholen deel aan een Nederlandse doorstroomtoets.
Toetsing binnen het afstandsonderwijs
Als het afstandsonderwijs betreft voor alleen de Nederlandse taal geldt wat betreft toetsing hetzelfde als voor de NTC-scholen. Als het om afstandsonderwijs gaat in alle vakgebieden dan geldt hetzelfde als voor de dagscholen.
Toetsing voortgezet onderwijs
In het voortgezet onderwijs in Nederland zijn landelijk genormeerde toetsen voor Nederlands, Engels en wiskunde geen wettelijke eis. Dit geldt dus ook voor NTC-scholen, afstandsonderwijs en dagonderwijs in het buitenland. Afname van de toetsen in het buitenland levert echter vaak wel goede informatie op over het niveau van leerlingen in vergelijking met het niveau in Nederland.
Daarnaast leveren veel van de afgenomen toetsen ook in diagnostische zin belangrijke informatie op, bijvoorbeeld over de woordenschat. Afname van deze toetsen is dan – zeker bij terugkeer naar Nederland - wel degelijk zinvol.
Er zijn verschillende mogelijkheden om het voortgezet onderwijs in het buitenland formeel af te sluiten. Voorbeelden hiervan zijn het IB-Dutch en het CNaVT.