Aanvulling op reactie uitzending Nieuwsuur
Op 26 november 2024 zond Nieuwsuur opnieuw een item uit over de Inspectie van het Onderwijs. In dit bericht leest u een aanvulling op onze vorige reactie (1 november 2024).
Effectief toezicht op scholen
Ons toezicht is het meest effectief, als we daar zijn waar we het hardst nodig zijn. Daar waar je voor leerlingen en studenten het meeste verschil kunt maken. Daar zetten wij ons als inspectie elke dag voor in.
In de uitzending van Nieuwsuur wordt de indruk gewekt dat we als inspectie nauwelijks op scholen komen en ons vooral op schoolbesturen richten. Het beeld dat wordt geschetst is onvolledig en deels achterhaald waardoor het niet overeen komt met de daadwerkelijke mix van onderzoeken die wij momenteel inzetten in het toezicht.
We betreuren deze beeldvorming omdat iedereen - en met name ouders, leerlingen en studenten - erop mag vertrouwen dat wij onze waarborgfunctie zo effectief mogelijk uitvoeren. Het beeld dat de uitzending oproept staat hier haaks op.
Onze missie is effectief toezicht voor beter onderwijs. Ons toezicht is ingericht aan de hand van 5 soorten onderzoeken. In al deze onderzoeken bekijken we (ook) scholen:
- Risico-kwaliteitsonderzoeken: volledige kwaliteitsonderzoeken op scholen aan de hand van gesignaleerde risico’s, meldingen en signalen
- Steekproefkwaliteitsonderzoeken: volledige kwaliteitsonderzoeken op scholen aan de hand van een willekeurige steekproef
- Herstelonderzoeken: bij onvoldoende en zeer zwakke scholen voeren we herstelonderzoek uit om te kijken of de onderwijskwaliteit is verbeterd
- Stelselonderzoeken: onderzoek op landelijk niveau naar een specifiek thema (zoals basisvaardigheden of veiligheid). Hiervoor komen we ook op scholen
- Bestuursgericht onderzoek: hierbij onderzoeken we de kwaliteit van het schoolbestuur én komen we op een selectie van haar scholen voor verificatieactiviteiten. Dit toezicht speelt zich dus niet enkel in de bestuurskamer af
Sinds 2022 hebben we ons toezicht op scholen versterkt om beter zicht te krijgen op de onderwijskwaliteit. Het aantal kwaliteitsonderzoeken (op basis van risico’s en de steekproef) in het basisonderwijs steeg daardoor van ongeveer 100 in schooljaar 2021-2022 naar meer dan 400 in schooljaar 2023-2024. Daarnaast bezoeken we scholen ook tijdens bestuurstoezicht, herstelonderzoeken en stelselonderzoek.
Ook zonder fysiek bezoek houden we scholen jaarlijks in beeld via de jaarlijkse prestatie- en risicoanalyse en via contactinspecteurs die contact onderhouden met hun scholen en besturen.
Met deze mix van toezichtinstrumenten signaleren we risico’s tijdig, houden we voortdurend een vinger aan de pols, en bieden we effectief en diepgaand toezicht op stelsel-, bestuurs- en schoolniveau.
Openbaarheid toezichtsresultaten
In de uitzending van Nieuwsuur werd aan tafel de suggestie gewekt dat onze toezichtresultaten niet openbaar zijn. Dit is onjuist. Alle rapporten over individuele scholen en besturen zijn openbaar en te vinden op de toezichtsresultaten-website. De rapporten van onze stelselonderzoeken kunt u vinden op onze eigen website.
Geen vierjaarscyclus, wel effectiever toezicht
De forse problematiek in het onderwijs vraagt om gerichte keuzes in het toezicht. Voor het loslaten van de vierjaarscyclus waren onderzoeken vaak kort, omdat we anders het nodige aantal bezoeken niet konden halen met de beschikbare capaciteit. Het doen van onderzoeken en het langslopen van alle scholen werd destijds te veel een doel op zich. Deze onderzoeken brachten niet op wat nodig was gelet op de forse problematiek in het onderwijs. Effectief toezicht is bovendien meer dan enkel aantallen halen.
Met het loslaten van de vierjaarscyclus in 2021 maakten we een omslag. De huidige kwaliteitsonderzoeken zijn uitgebreide, brede en diepgaande onderzoeken waarbij naar vele aspecten van de onderwijskwaliteit wordt gekeken. Dit zijn bewerkelijke onderzoeken, die nodig zijn om de onderwijskwaliteit op peil te houden en effectief te kunnen zijn als toezichthouder.
In 2021 is de inspectie in overleg met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van het vierjaarlijks bezoek afgestapt. Hier is de Kamer herhaaldelijk expliciet over geïnformeerd in Kamerbrieven, en in onze jaarverslagen en jaarwerkplannen. Wij vinden het jammer dat hier kennelijk misverstanden over zijn ontstaan. Dat is uiteraard niet onze bedoeling geweest. Juist als toezichthouder hechten wij grote waarde aan transparantie en betrouwbaarheid.
Tot slot
Toezicht is voortdurend in beweging. Nieuwe risico’s, opgedane inzichten en maatschappelijke veranderingen kunnen en moeten soms leiden tot bijstellingen van de toezichtsaanpak. Echter, met de huidige capaciteit en de huidige mix van toezichtsmiddelen is terugkeren naar een vaste vierjaarlijkse toezichtcyclus niet mogelijk. De inspectie benadrukt bovendien dat terugkeren naar korte, oppervlakkigere bezoeken niet bijdraagt aan wat het onderwijs op dit moment nodig heeft. Als inspectie staan we volledig achter de huidige manier van toezichthouden: met een mix van toezichtinstrumenten zorgen we ervoor dat we daar zijn waar nodig, zonder scholen en besturen uit het oog te verliezen.
Zo communiceerden wij de afgelopen periode over ons toezicht en zo denken we onze missie ‘Effectief toezicht voor beter onderwijs’ het beste te kunnen waarmaken.