Welke graden mogen in Nederland verleend worden?

Regels rondom de Nederlandse graden

Hogescholen en universiteiten verlenen Nederlandse graden op basis van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). De Nederlandse graden mogen alleen worden verleend als de opleidingen een accreditatie hebben van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO).

Voor meer informatie over graden verlenen gaat u naar artikel 15.7, lid 1, onderdeel a en b, van de WHW.

Regels rondom de buitenlandse graden

Iedere instelling of andere onderwijsaanbieder in Nederland kan graden verlenen volgens een buitenlandse wettelijke regeling. Meer informatie over buitenlandse graden verlenen leest u in artikel 15.7, lid 1, onderdeel c, van de WHW.

Deze buitenlandse graden worden dus niet verleend op basis van de WHW. De Nederlandse overheid is niet verantwoordelijk voor de kwaliteit van deze opleidingen. Die verantwoordelijkheid ligt bij het land waar de graad vandaan komt.

Duidelijke communicatie over buitenlandse graden

Wil een instelling of onderwijsaanbieder een buitenlandse graad verlenen? Dan is duidelijke communicatie hierover een belangrijke voorwaarde. Dit is nodig om misleiding van studenten en werkgevers te voorkomen. Ook borgt dit het aanzien van het Nederlands hoger onderwijs.

De inspectie ziet toe op de duidelijke communicatie.

Welke informatie is nodig?

Wanneer een instelling of onderwijsaanbieder onderwijs aanbiedt dat leidt tot een graad op basis van een buitenlandse wettelijke regeling, dan moet hij vermelden:

• tot welke graad de opleiding leidt
• volgens welke wetgeving, regeling of accreditatie de graad wordt verleend
• uit welk buitenland die wet, regeling of accreditatie afkomstig is

Deze informatie moet ook op het getuigschrift staan.

Door het geven van deze informatie is het volgende duidelijk voor studenten:

• voor deze opleiding wordt geen Nederlandse graad verleend
• de NVAO heeft deze opleiding niet geaccrediteerd

De inspectie ziet toe op duidelijke informatie

Soms kan het ingewikkeld zijn om te bepalen of buitenlandse graden terecht worden verleend. De inspectie kijkt hiervoor naar de WHW en de Memorie van Toelichting.

Zij ziet er in elk geval op toe dat de instelling of onderwijsaanbieder duidelijk communiceert volgens de hierboven genoemde eisen. Als uitgangspunt geldt dat het duidelijk moet zijn dat het niet gaat om een Nederlandse graad op basis van de WHW.

Dit moet blijken uit:

• de voorlichting (bijvoorbeeld op de website) van de aanbieder
• het getuigschrift dat de aanbieder geeft

De inspectie doet onderzoek als er (mogelijk) sprake is van onterechte graadverlening. Zij publiceert de resultaten van dit onderzoek in een rapport.