Burgerschapscompetenties van leerlingen

In het peilingsonderzoek Burgerschap einde basisonderwijs 2019-2020 brachten we de burgerschapscompetenties van groep 8-leerlingen in kaart. Onder burgerschapscompetenties verstaan we de competenties die nodig zijn om op een goede manier met anderen om te gaan, en om bij te dragen aan de samenleving, de democratie en de gemeenschappen waarin de leerlingen (nu en later) leven. Daarbij zijn kennis, houding en vaardigheden van belang.

4 sociale taken

In dit peilingsonderzoek brachten we de burgerschapskennis, -vaardigheden en -attitude in kaart voor de 4 sociale taken die jongeren als burgers in onze samenleving moeten kunnen vervullen:

  1. democratisch handelen
  2. maatschappelijk verantwoordelijk handelen
  3. omgaan met conflicten
  4. omgaan met verschillen

We lichten hier puntsgewijs een aantal resultaten op het gebied van de burgerschapscompetenties uit. De volledige informatie vindt u vanaf pagina 69 in het rapport.

  • Burgerschapskennis verschilt aanzienlijk tussen leerlingen. Over het algemeen beheersen de meeste leerlingen de kennisopgaven met betrekking tot het domein 'maatschappelijk verantwoord handelen'. Het moeilijkst voor de leerlingen zijn de opgaven waarbij het nodig is om relaties te leggen tussen de manier waarop sociale en politieke processen werken en de toepassing daarvan.
  • De mate waarin leerlingen hun burgerschapskennis kunnen toepassen, hangt nauw samen met de burgerschapskennis zelf. Leerlingen met een over het algemeen lage vaardigheid beheersen vooral opgaven met betrekking tot het ‘omgaan met conflicten’ en het ‘omgaan met verschillen’. Opgaven op het gebied van ‘democratisch handelen’ worden voor de leerlingen relatief gezien makkelijker naarmate hun vaardigheid in het toepassen van kennis toeneemt.
  • Meer dan 3/4 van de leerlingen heeft een matig tot redelijk vertrouwen in de eigen burgerschapsvaardigheid. Leerlingen schatten hun eigen vaardigheid met betrekking tot het omgaan met conflicten en het maatschappelijk verantwoord handelen over het algemeen redelijk hoog in. Binnen het domein ‘omgaan met verschillen’ is een grote variatie in de wijze waarop leerlingen hun eigen vaardigheid inschatten.
  • 4 van de 5 leerlingen hebben een gematigd positieve burgerschapshouding. De burgerschapsattitude is met name positief waar het gaat om samenwerken in een groep, omgaan met verschillen, vertrouwen in instituties en aspecten van goed burgerschap zoals het geven van steun aan mensen die het slechter hebben dan jezelf. De burgerschapshoudingen ten aanzien van het actief bijdragen aan de democratische besluitvorming op kleine en grote schaal zijn beduidend minder positief.
  • De burgerschapskennis van groep 8-leerlingen is licht gedaald sinds 2009. In 2009 was één van de conclusies dat de burgerschapskennis op dat moment nog ver onder het gewenste resultaat lag. De afstand tussen het gewenste en gerealiseerde onderwijsresultaat in 2020 is dus nog wat groter.

Verschillen in burgerschapscompetenties

Verschillen in burgerschapscompetenties zijn er vooral tussen leerlingen en in mindere mate tussen klassen.