Ideeën van professionals voor het verder verbeteren van burgerschapsonderwijs
Een focusgroep met professionals op het gebied van burgerschap reflecteerde gezamenlijk de onderzoeksresultaten. Het gesprek dat daaruit voortkwam, leverde gedachten en ideeën op om de positie van burgerschapsonderwijs in het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs verder te verbeteren. We delen deze ideeën graag met u en hopen hiermee inspiratie te bieden voor een (verder) gesprek over burgerschapsonderwijs.
Voor de onderwijspraktijk
Bestuurders en schoolleiders kunnen een voorbeeld stellen en de gewenste cultuur uitdragen
Het schoolbestuur en de schoolleiding hebben een belangrijke voorbeeldfunctie, vindt de focusgroep. Congruentie is hierbij belangrijk.
“Als je wilt dat een kind leest, dan moet je zelf ook lezen. Dat voorbeeldgedrag geldt voor burgerschap net zo goed.”
Esther van den Berg, adviseur burgerschap, Expertisepunt Burgerschap
Formuleer een gezamenlijke visie en geef burgerschap aandacht
Hand in hand met het uitdragen van de gewenste cultuur, gaat volgens de focusgroep het formuleren van een gezamenlijke visie op burgerschapsonderwijs en het vastleggen daarvan in het schoolplan. Het bestuur heeft hierbij een sturende rol.
“Leerkrachten mogen zich er meer bewust van worden wat burgerschapsonderwijs is. Het bestuur en de schoolleiding mogen dat niet aan het toeval overlaten. Zij zouden moeten bijdragen aan meer kennis over dit leergebied bij de leerkrachten.”
Marjan Lagraauw, teamleider speciaal onderwijs, Herman Broerenschool in Delft
“Het is belangrijk dat leerkrachten niet het gevoel krijgen dat burgerschap weer iets extra’s is.”
Machteld Rohn, senior beleidsadviseur speciaal onderwijs, PO-Raad
Onderwijs vanuit de school, maar niet alleen in de school
De focusgroep is van mening dat burgerschap in de scholen ‘van de muren zou moeten druipen’, maar dat actief burgerschap vooral ook buiten de schoolmuren moet plaatsvinden. Zo zouden leerlingen kunnen meebeslissen over de inrichting van de speeltuin in de wijk.
“Het gaat om het maken van de verbinding tussen onderwijs en burgerschap in de buitenwereld. Leerlingen moeten kunnen zien waar burgerschap over gaat, dan pas gaat het leven en beklijft het.”
Werner Willemsen, bestuurder, Punt Speciaal Onderwijsgroep
Wees ook trots op wat er al is en leer van elkaar
Er gebeurt volgens de gespreksdeelnemers al veel op het gebied van burgerschapsonderwijs.
“Ga als schoolteams eens bij elkaar in de keuken kijken, want filosoferen over burgerschapsvorming levert zoveel op.”
Edith Eeltink, bovenbouwleerkracht en lid werkgroep burgerschap, sbo Aventurijn in Volendam
Voor het onderwijsbeleid
Vergroot het urgentiebesef
De focusgroep pleit ervoor om de urgentie van burgerschapsonderwijs beter voor het voetlicht te brengen. Hierin is niet alleen een rol weggelegd voor beleidsmakers, maar ook voor schoolbesturen. Daarbij moet goed rekening worden gehouden met de omstandigheden waarin scholen zich bevinden.
“Burgerschapsonderwijs heeft urgentie en aandacht nodig en mag niet worden vergeten.”
Lisa de Schaepmeester, postdoctoraal onderzoeker, Universiteit Gent
Verruim het scholingsaanbod en verbreed de kennisbasis van leerkrachten
In de initiële opleiding en de nascholing van leerkrachten komt burgerschap maar beperkt aan bod. Met andere woorden: er is weinig zichtbare (na)scholing, terwijl de ontwikkeling van een bredere kennisbasis bij leerkrachten wenselijk is. Leerkrachten geven nu zelf aan deels over onvoldoende competenties te beschikken. Meer aanbod, ook specifiek voor deze doelgroepen, is dus wenselijk ten behoeve van een kwaliteitsimpuls van het burgerschapsonderwijs.
Leg uitgewerkte leerlijnen neer en breng focus aan
Volgens de focusgroep bestaat er bij scholen behoefte aan verder uitgewerkte leerlijnen voor burgerschap.
Robin Gruijters voelt juist niets voor uitgewerkte leerlijnen, maar pleit voor een minder overladen curriculum, globale eindtermen en het faciliteren van scholen en leerkrachten met kwalitatief hoogwaardig lesmateriaal.
Robin Gruijters, eerstegraads docent maatschappijleer en maatschappijwetenschappen, Valuascollege
Zorg voor lesmateriaal specifiek voor het speciaal (basis)onderwijs
Een aantal deelnemers geeft als vervolg op het vorige punt aan, dat uitgevers wellicht een ruimer aanbod van materialen en methoden kunnen aanbieden, specifiek voor dit leergebied en het liefst speciaal voor de doelgroep so en sbo. Het aanbod dat er nu is, is (vooral) gericht op de reguliere bo-leerling.
Esther van den Berg geeft aan dat er bij het Expertisepunt Burgerschap wel een verzameling van ‘good practices’ beschikbaar is, maar dat deze nog niet goed gevonden worden door het so.
Esther van den Berg, adviseur burgerschap, Expertisepunt Burgerschap
Stel meetinstrumenten beschikbaar
Er zijn nog weinig instrumenten beschikbaar om de burgerschapscompetenties in kaart te brengen. De focusgroep merkt op dat zij graag meer aandacht zouden zien voor het meten van zichtbare, merkbare en/of voelbare aspecten van burgerschap. Ook geven zij aan dat scholen zouden moeten worden ondersteund met verschillende algemene meetinstrumenten, die hen in staat stellen de ontwikkeling van leerlingen te volgen en daarop eventueel het onderwijs aan te passen.
Voor het vervolgonderzoek
Meet kennis- én gedragsaspecten van seksuele weerbaarheid
Volgens Karin Striekwold zou het heel interessant zijn om te onderzoeken wat leerlingen weten op het gebied van seksuele weerbaarheid en welke invloed dit heeft op hun gedrag.
Karin Striekwold, strategisch beleidsadviseur en trekker burgerschap, Stichting De Haagse Scholen
Onderzoek ook andere kenmerken
Volgens Edith Eeltink hangt de ontwikkeling van competenties – in het bijzonder seksuele weerbaarheid – ook samen met veel andere (persoonlijke) aspecten, zoals bijvoorbeeld het zelfbeeld. Het
zelfbeeld van leerlingen is nu niet onderzocht.
Edith Eeltink, bovenbouwleerkracht en lid werkgroep burgerschap, sbo Aventurijn in Volendam
Breng goed in beeld wat de lerarenopleidingen aanbieden
Het zou volgens de focusgroep nuttig zijn om te onderzoeken wat leraren in hun opleiding krijgen aangeboden als het gaat om burgerschap. Volgens de focusgroep is dit namelijk beperkt en zou het aanbod moeten worden verruimd ten behoeve van goed burgerschapsonderwijs.
“Je zou ook met leerkrachten terug kunnen kijken. Wat hebben ze geleerd en wat hebben ze eigenlijk nodig in de onderwijspraktijk?”
Robin Gruijters, eerstegraads docent maatschappijleer en maatschappijwetenschappen, Valuascollege
Doe longitudinaal leerlingonderzoek
Door in gesprek te gaan met voormalige leerlingen die al verder gevormd zijn als burger, kunnen we achterhalen waar ze staan en wat ze hebben gemist in het burgerschapsonderwijs op school.
Onderzoek concreet wat scholen doen door middel van kwalitatief onderzoek
Door middel van kwalitatief en waarderend onderzoek onder leerkrachten en onderwijsondersteuners, zou beter in beeld kunnen worden gebracht wat scholen doen en waar zij trots op zijn.
“Ik zou ook liever meer dialogische dataverzameling zien. Daarmee krijg je zicht op interpretaties en aanwezige frames.”
Marianne den Otter, docent Master Special Educational Needs, Fontys Hogescholen
Laat lectoraten en het onderwijsveld samenwerken
Lectoraten en het onderwijsveld kunnen volgens Marianne den Otter gezamenlijk optrekken om te komen tot een goede operationalisatie van burgerschap, zodat we allemaal een gelijk beeld hebben van wat burgerschap is en iedereen daar ook naar kan handelen.
Marianne den Otter, docent Master Special Educational Needs, Fontys Hogescholen
Meer informatie
In Peil.Burgerschap einde (s)bo 2020-2021 vindt u meer suggesties van de focusgroep voor de onderwijspraktijk, het onderwijsbeleid en het onderwijsonderzoek . U vindt de informatie in deel A, hoofdstuk 2 Ideeën naar aanleiding van de resultaten.