Suggesties voor het onderwijs
De reflectie op de peilingsresultaten en het gesprek dat daaruit voortkwam, leverden gedachten en ideeën op om de positie van het domein Mondelinge taalvaardigheid in het speciaal (basis)onderwijs te verstevigen en om het onderwijs in dit domein verder te verbeteren.
Voor de onderwijspraktijk
Geef mondelinge taalvaardigheid prominente(re) plek in curriculum s(b)o
De focusgroep is van mening dat onderwijs in mondelinge taalvaardigheid meer aandacht verdient in het s(b)o. Kinderen moeten meer gelegenheid hebben om aan hun mondelinge taalvaardigheid te werken. Niet alleen omdat het belangrijk is voor hun zelfredzaamheid, maar ook omdat het vooraf gaat aan andere ontwikkelingsgebieden, zoals de sociaal-emotionele en de cognitieve ontwikkeling. Bovendien neemt mondelinge taalvaardigheid in hun toekomst waarschijnlijk een belangrijkere plek in dan schriftelijke taalvaardigheden.
“Als je in mondelinge taal je denken en redeneren kunt verwoorden, dan kun je die redenering ook in een tekst schrijven en een redenering in tekst herkennen tijdens het lezen. Vanuit taal-denkgesprekken kun je de volgende stap maken. Een leerkracht zal de relatie tussen goede mondelinge taalvaardigheid en het kunnen opstellen van een logische, navolgbare tekst herkennen.”
Ada van Dalen, onderwijsadviseur, nascholingsdocent en onderzoeker Marnix Onderwijs Centrum
Onderwijs mondelinge taalvaardigheid in samenhang met overige taaldomeinen én in samenhang met overige vak- en vormingsgebieden
Door te kiezen voor een meer geïntegreerde werkwijze wordt het onderwijs in mondelinge taalvaardigheid meer betekenisvol. Bovendien kost het dan minder tijd en moeite. “Het zou zelfs tijdbesparend kunnen werken als je mondelinge taalvaardigheid in samenhang aanpakt”, aldus Gerjanne Kalkdijk.
“Het gaat ook om wat je buiten de lesmethode doet. Zo gaat mondelinge taalvaardigheid bijvoorbeeld samen met de ontwikkeling van schrijfvaardigheid, maar ook het leren van andere vakken gebeurt voor een deel in mondelinge taal, door middel van luisteren en gesprekken voeren.”
Maaike Pulles, onderzoeker lectoraat Meertaligheid en Geletterdheid, NHL Stenden Hogeschool
Benoem een specialist mondelinge taalvaardigheid op school en faciliteer deze
Het aanwijzen van een teamlid met mondelinge taalvaardigheid als aandachtsgebied kan eraan bijdragen dat het domein hoger op de agenda komt. Deze specialist kan binnen het team ook zorgen voor meer bewustzijn van het belang van mondelinge taalvaardigheid, onder meer in het kader van gedrag en sociale veiligheid op school. Ook het ondersteunen van het team, bijvoorbeeld door het aanreiken van goede voorbeelden, past bij de rol van de specialist en kan het mondelinge taalonderwijs op school naar een hoger plan tillen.
Werk vanuit doelen
Werken vanuit gemeenschappelijke en heldere doelen zal het onderwijs in mondelinge taalvaardigheid ten goede komen. Het is daarvoor voorwaardelijk dat deze doelen beter bekend worden, want je moet weten waar je naartoe werkt. “Maak de mondelinge taaldoelen veel meer leidend voor je onderwijs,” zegt Gerjanne Kalkdijk.
“Als ik denk aan wat een kind moet kunnen als het van school gaat, dan is dat: een gesprek voeren, een mening kunnen verkondigen, luisteren… Dat zijn allemaal mondelinge-taalvaardigheidsdoelen en ontzettend belangrijk voor zelfredzaamheid.”
Gerjanne Kalkdijk, ambulant dienstverlener, Auris
Verbetering leerkrachtvaardigheden mondelinge taalonderwijs
De leerkracht doet ertoe. Zo helpt het als de leerkracht in staat is om boven de methode te staan en kritisch te kijken naar de plek van mondelinge taal in de lesmethode en de lesdoelen die in de methode worden nagestreefd. Ook kunnen leerkrachten zich, volgens de leden van de focusgroep, verder verbeteren in betekenisvol lesgeven door meer aan te sluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. De specialist mondelinge taalvaardigheid kan andere teamleden hierbij helpen, bijvoorbeeld door te observeren en verbetersuggesties te geven.
Voor onderwijsbeleid
Leerroutes meenemen in de beschrijving van de referentieniveaus
Het zou goed zijn als er in de inhoudsbeschrijving van de referentieniveaus onderscheid wordt gemaakt naar de verschillende leerroutes. Nu is de inhoudsbeschrijving van referentieniveau 1F voor in ieder geval leerlingen die uitstromen naar voortgezet speciaal onderwijs uitstroomprofiel arbeid of praktijkonderwijs (leerroute 3) te hoog gegrepen. Op dit moment loopt het traject Curriculum.nu. Het zou goed zijn als bij het vervolg hierop, het formuleren van nieuwe kerndoelen en referentieniveaus, heldere en haalbare doelen voor de verschillende leerroutes worden geformuleerd die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vervolgens in de wet verankert. Deze doelen mogen best ambitieus zijn zodat leerlingen voldoende uitgedaagd worden.
Schoolbesturen moeten mondelinge taalvaardigheid meer op de agenda zetten
Facilitering door besturen is heel belangrijk, bijvoorbeeld door het inrichten van leergemeenschappen, zodat de scholen binnen het bestuur van elkaar kunnen leren en op elkaar kunnen reflecteren. Besturen moeten voldoende aandacht hebben voor en geven aan onderwijs in mondelinge taalvaardigheid, aldus de focusgroep. Zo ontstaat er binnen de scholen meer urgentiebesef. De PO-Raad kan hierin (voor het speciaal basisonderwijs (sbo) en speciaal onderwijs (so)) een rol spelen door op hun kwaliteitsdagen aandacht te besteden aan dit taaldomein. “En de onderwijsinspectie kan het agenderen tijdens het bestuursgesprek”, zegt Gonnie Boerma.
Zowel in de initiële opleiding als in nascholing meer aandacht voor mondelinge taalvaardigheid
De basis voor mondelinge-taalonderwijs wordt volgens de focusgroep op veel pabo’s wel gelegd. Toch zien we vaak dat als leerkrachten eenmaal werkzaam zijn in het onderwijs, zij terechtkomen in het methodestramien. Ze werken dan, net als de rest van het team, strikt of grotendeels volgens de methode en benutten de kennis uit de opleiding niet of onvoldoende. Hier ligt dus ook een uitdaging binnen de scholen.
“Na de pabo heeft een student in principe de vaardigheden om doelgericht te werken aan mondelinge taalvaardigheid en weet hij hoe hij interactie moet bevorderen. Doordat in de praktijk echter veelal vanuit een taalmethode wordt gewerkt, bestaat het gevaar dat de student hierdoor zijn paborepertoire voor het versterken van mondelinge taalvaardigheid verliest.”
Ada van Dalen, onderwijsadviseur, na-scholingsdocent en onderzoeker, Marnix Onderwijs Centrum
Voor onderzoek
Onderzoek het mondelinge taalaanbod in methodes
Het is volgens de focusgroep aan te raden om te kijken hoe het domein mondelinge taal verweven is in de taalmethodes. Dat is belangrijk om te weten, omdat veel leerkrachten de methode(doelen) volgen in hun lessen. Mocht er een hiaat blijken te zijn, dan kan dit aanleiding vormen voor aanpassingen in de lesmethodes.
Onderzoek de vaardigheden van leerkrachten op het gebied van mondelinge taalonderwijs
Mogelijk zijn de vaardigheden van leerkrachten op het gebied van het verzorgen van het mondelinge-taalonderwijs niet in alle gevallen toereikend en is er een verbeterslag nodig in de (na)scholing van leerkrachten.
“Er is meer zicht nodig op wat er nu echt in de klas gebeurt. Werkt de leerkracht heel activerend of staat hij vooral veel te vertellen? En op welke manier zijn die verschillen terug te zien in de resultaten van mondelinge taalvaardigheid?”
Rianne de Wit, logopedist en taalcoördinator SBO Samuël
Ontwerpen van goede instrumenten om mondelinge taalvaardigheid te kunnen meten
Er bestaan weinig goede instrumenten om met name de spreek- en gespreksvaardigheid van leerlingen in kaart te kunnen brengen. Om beter zicht te krijgen op wat kinderen al kunnen en vandaaruit verder te kunnen werken, wil de focusgroep mondelinge taalvaardigheid beter kunnen meten. Hester Vonk: “Het kost nu veel tijd om vaardigheden als luisteren en gesprekken voeren goed in kaart te brengen.” Onderzoek kan bijdragen aan het ontwikkelen van effectieve meetinstrumenten.
Onderzoek naar doelbeleving/doelgerichtheid mondelinge taalonderwijs
Lang niet in alle gevallen werken leerkrachten en schoolteams doelgericht aan mondelinge taalvaardigheid. Dit komt volgens de focusgroep ook doordat de gestelde doelen niet altijd voldoende bekend zijn. Het is volgens de focusgroep waardevol om onderzoek te doen naar de bekendheid van de doelen voor dit taaldomein en naar hoe deze doelen beleefd en gebruikt worden in het onderwijs in mondelinge taalvaardigheid.
Samenhang met andere domeinen
Mondelinge taalvaardigheid hangt in sterke mate samen met andere vaardigheden binnen het taaldomein. Het is zelfs voorwaardelijk voor het ontwikkelen van taalvaardigheden zoals begrijpend lezen en het schrijven van teksten. Het is volgens Bé Poolman interessant om meer onderzoek te doen naar deze samenhang voor de verdere doorontwikkeling van taalonderwijs.
Cohortonderzoek
“Door de vaardigheden van leerlingen in het so of sbo elke twee of drie jaar te beoordelen, kun je ook kijken naar groei”, aldus Bé Poolman. “Leerlingen stromen in het sbo en so vaak immers pas later in en op verschillende momenten. In het huidige onderzoek vergelijk je de prestaties van die leerlingen met elkaar waardoor de opbrengst van het onderwijs op de sbo- en so-scholen lastig te bepalen is. Aanvullend onderzoek in de vorm van cohortonderzoek is daarom wenselijk. In cohortonderzoek kun je leerlingen met zichzelf vergelijken waardoor hun groei inzichtelijk wordt en je de onderwijsopbrengst kunt meten gecorrigeerd voor achtergrondkenmerken die over de jaren heen min of meer hetzelfde blijven.”
Onderzoek naar het effect van eigen ervaringen leerlingen in de les
Het gebruik van eigen ervaringen van leerlingen in de les kan volgens de focusgroep zorgen voor meer betekenisvol leren. Het is interessant om te weten of de eigen ervaringen daarmee een positief effect kunnen hebben op de ontwikkeling van vaardigheden in mondelinge taal en wat een effectieve aanpak hiervoor is.