Meetinstrumenten
De peiling Natuur en Techniek heeft plaatsgevonden in het schooljaar 2015-2016 en bestaat uit een schriftelijke toets, zes individuele praktische opdrachten en twee groepsopdrachten en vragenlijsten voor zowel de leerlingen uit groep 8 als de schoolleiders.
Instrumentarium en dataverzameling
Het instrumentarium voor Peil.Natuur en Techniek is ontwikkeld door Cito ontwikkeld op basis van:
- de kerndoelen primair onderwijs
- de benadering van Wetenschap en technologie zoals beschreven in het Advies Verkenningscommissie Wetenschap en technologie primair onderwijs (2013)
- de domeinbeschrijving ‘Wetenschap technologie bij het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld in het basisonderwijs’ van SLO (2016).
- het leerplankader Wetenschap en technologie (SLO, 2014)
Met een valideringsbijeenkomst en de feedback van drie externe deskundigen zijn de instrumenten aangescherpt.
De data is verzameld door voormalig onderzoeksinstituut ITS, Radboud Universiteit en het Expertisecentrum Nederlands. De dataverzameling heeft plaatsgevonden in de periode tussen eind oktober en begin december 2015. Aan de peiling hebben 150 scholen in Nederland deelgenomen, waarvan een representatieve steekproef van 130 scholen (2.580 leerlingen) en een steekproef van 20 voorhoedescholen (437 leerlingen).
In het rapport 'Natuur en Techniek, Technisch rapport over resultaten Peil.onderwijs in 2015 (Cito, 2016)' vindt u meer informatie over de instrumentontwikkelingen en de kwaliteit van het instrumentarium. In het rapport ‘Peilingsonderzoek Natuur & techniek. Rapportage school- en leerlingvragenlijst’ (Mommers e.a., 2016) vindt u meer informatie over de steekproeftrekking, werving van de scholen en de dataverzameling.
Kerndoelen Natuur en Techniek
- 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.
- 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.
- 42 De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.
- 43 De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind.
- 44 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.
- 45 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.
- 46 De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon leidt tot natuurverschijnselen zoals seizoenen en dag-/nachtritme.
Kennistoets
De kennis op het gebied van Natuur en Techniek is met een klassikale kennistoets gemeten. De opgaven waren afkomstig uit een opgavenbank van 180 opgaven. Daaronder een aantal ankeropgaven uit eerdere peilingen voor Biologie (2010), Natuurkunde en techniek (2010) en Aardrijkskunde (2008).
Met de opgaven zijn 14 verschillende toetsversies gemaakt die inhoudelijk overlapten en elk uit 25 of 26 meerkeuzevragen plus enkele open vragen bestonden. Met de kennistoets is kennis over alle kerndoelen voor Natuur en Techniek in kaart gebracht, behalve kerndoel 45.
Praktische opdrachten
Met de praktische opdrachten zijn de onderzoeksvaardigheden (kerndoel 42) en de ontwerpvaardigheden (kerndoel 45) van de leerlingen gemeten. Er waren zes individuele praktische opdrachten en twee groepsopdrachten. Elke deelnemende leerling heeft één praktische opdracht uitgevoerd.
De groepsopdrachten werden uitgevoerd door een groepje van drie leerlingen van hetzelfde geslacht, die varieerden in gemiddeld prestatieniveau (laag, midden en hoog). Na afloop van iedere opdracht beantwoordden de leerlingen vragen, waarmee ze zichzelf beoordeelden op een vierpuntsschaal.
De opdrachten werden begeleid door externe toetsleiders, die ook de prestaties scoorden en waar nodig hulp verleenden als leerlingen vastliepen. Ook de verleende hulp werd geregistreerd en bepaalde mede de eindscore van de leerlingen. Meer over de effecten van de verleende hulp, kunt u lezen in het rapport ‘Effecten van hulp’ van Erik Roelofs (Cito).
Achteraf bleken twee van de acht praktische opdrachten onvoldoende interne consistentie (Cronbach’s Alpha < .65) te vertonen. De scores op deze opdrachten zijn in de rapportage achterwege gelaten.
Vragenlijsten voor leerlingen en schoolleiders
Om de resultaten van het peilingsonderzoek beter te kunnen interpreteren en verklaren, hebben zowel de leerlingen van groep 8 als de schoolleiders een schriftelijke vragenlijst ingevuld. Deze vragenlijsten zijn ontwikkeld door het voormalige ITS, verbonden aan de Radboud Universiteit (Mommers, e.a., 2016).
De vragenlijst voor de leerlingen bevatte onder meer vragen over hun houding ten aanzien van Natuur en Techniek. Ook zijn enkele achtergrondkenmerken van de leerling in kaart gebracht.
In de schoolvragenlijst kwamen vragen aan de orde over het onderwijsaanbod op de school voor het domein van Natuur en Techniek (o.a. curriculum, methodegebruik, beschikbare faciliteiten, buitenschoolse activiteiten) en over de kenmerken van de leerkrachten in groep 7 en 8.
Documenten
-
Rapport Peil.Natuur en Techniek 2015-2016
Met onderwijs in Natuur en Techniek leren kinderen aan de slag gaan met hun eigen onderzoeksvragen en ontwerpend te leren. ...
-
Peil.Natuur en Techniek - Technisch rapport
-
Natuur en Techniek - Technisch rapport Cito over resultaten Peil.onderwijs in 2015
-
Peilingsonderzoek Natuur & techniek - Rapportage school- en leerlingvragenlijst
-
Effecten van hulp bij het toetsen van ontwerp- en onderzoeksvaardigheden
Ontwerp, gebruik en resultaten van dynamische toetsen in de context van een peilingsonderzoek Natuur en Techniek