Toezicht op private activiteiten

Bekostigde onderwijsinstellingen krijgen overheidsgeld om onderwijs te verzorgen. Daarnaast voeren bekostigde onderwijsinstellingen soms private activiteiten uit. Ook daarover zijn regels vastgelegd. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving van die regels.

De definitie van private activiteiten van bekostigde onderwijsinstellingen: alle activiteiten onder (mede) verantwoordelijkheid van het bevoegde gezag van die instelling die niet uitsluitend dienen voor de uitvoering van de bekostigde wettelijke taak van de instelling.
Bijvoorbeeld: een onderwijsbestuur dat ook naschoolse opvang organiseert.

Private activiteiten wettelijk geregeld

Overheidsgeld dat voor het onderwijs bestemd is, mag niet weglekken. Ook mag onderwijsgeld geen oneerlijke concurrentie veroorzaken: concurrentie met onderwijsaanbieders die geen overheidsgeld krijgen of met andere ondernemers. Maar private activiteiten en publiek-private samenwerking kunnen helpen om het bekostigde onderwijs en onderzoek te versterken. De overheid biedt daarom aan bekostigde onderwijsinstellingen onder voorwaarden ruimte voor private activiteiten.
De regels rond private activiteiten staan in de verschillende onderwijswetten. Voor bekostigde mbo- en ho-instellingen geldt daarnaast de beleidsregel Investeren met publieke middelen in private activiteiten. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving van deze regels rond private activiteiten.
 

Overigens kunnen er ook andere wetten en regels gelden voor de private activiteiten, zoals fiscale regels en aanbestedingsregels. Daar moeten scholen en besturen vanzelfsprekend ook aan voldoen. Andere overheidsinstanties houden hier toezicht op, zoals de Belastingdienst of de Autoriteit Consument & Markt.

Beleidsregel Investeren met publieke middelen in private activiteiten

De beleidsregel Investeren met publieke middelen in private activiteiten geeft uitleg over en inzicht in de voorwaarden waaronder het bevoegd gezag van een bekostigde mbo- of ho-instelling publieke middelen mag investeren in private activiteiten. Lees hierover meer op de pagina over investeren met publieke middelen in private activiteiten.

Vragen en antwoorden na ervaringen controle boekjaar 2023

Naar aanleiding van ervaringen uit de accountantscontrole over verslagjaar 2023 kreeg het ministerie een aantal nadere vragen. Die vragen worden beantwoord in het document Q&A’s naar aanleiding van ervaringen uit de controle boekjaar 2023. Instellingen en accountants moeten deze informatie meenemen bij de afronding van de jaarstukken 2023 en de controle daarop.

Oneerlijke concurrentie? Benader eerst zelf de onderwijsinstelling

De inspectie krijgt soms signalen van particuliere onderwijsaanbieders die vinden dat een bekostigde onderwijsinstelling hen oneerlijk beconcurreert. Daarom zijn er afspraken gemaakt met de koepelorganisatie van particuliere onderwijsaanbieders, de MBO Raad, de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) en de Vereniging Hogescholen.

Dit zijn de stappen die afgesproken zijn, bij het vermoeden van oneerlijke concurrentie: 

  1. Als een particuliere onderwijsaanbieder vindt te worden benadeeld, dan moet deze eerst zelf melding maken bij de betrokken bekostigde onderwijsinstelling
  2. De particuliere onderwijsaanbieder vraagt bij die bekostigde onderwijsinstelling de kostprijsberekening op.
  3. Pas als de bekostigde onderwijsinstelling deze informatie niet wil geven, kan een particuliere onderwijsaanbieder die zich benadeeld voelt zich melden via het contactformulier van de inspectie.

Het doel van deze afspraken is dat de bekostigde onderwijsinstellingen zelf zoveel mogelijk transparant zijn.

Kinderopvang en onderwijs: financieel goed regelen

Besturen in het primair onderwijs en kinderopvangorganisaties werken steeds vaker met elkaar samen. Bijvoorbeeld door een nauwe samenwerking tussen een basisschool en een private kinderopvangorganisatie. Maar het komt ook voor dat onderwijsbesturen de kinderopvang zelf exploiteren. 

Besturen in het primair onderwijs die kinderopvang aanbieden, moeten volgens de Wet op het primair onderwijs (WPO) de financiering daarvan strikt gescheiden houden van de onderwijsmiddelen. Maakt de kinderopvang gebruik van middelen die met onderwijsgeld zijn gefinancierd (zoals huisvesting, personeel en materialen), dan moet het onderwijsbestuur de werkelijke kosten hiervan doorberekenen aan de kinderopvangorganisatie. Er moet altijd een duidelijk gescheiden administratie aanwezig zijn, ook als het bestuur de kinderopvang in eigen beheer heeft. 

Als inspectie besteden we daar aandacht aan in de vierjaarlijkse onderzoeken bij de schoolbesturen. Krijgen we signalen dat publieke middelen onrechtmatig besteed worden, dan kunnen we daar een gericht onderzoek naar starten.

Handreiking gezamenlijke huisvesting kinderopvang en onderwijs

Er zijn steeds meer locaties waar onderwijs en kinderopvang gezamenlijk onderdak hebben. Daarbij lopen gemeenten, scholen en kinderopvangorganisaties tegen praktische vraagstukken aan. De handreiking Organiseren en financieren van gezamenlijke huisvesting kinderopvang en onderwijs (2022) geeft inzicht in oplossingen voor knelpunten die binnen de huidige wet- en regelgeving ervaren worden bij het organiseren van gezamenlijke huisvesting. De handreiking is samengesteld door verschillende organisaties, waaronder het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Ouderbijdrage internationaal georiënteerd onderwijs is privaat geld

De (verplichte) ouderbijdragen voor het internationaal georiënteerd basis- of voortgezet onderwijs gelden als private baten. Voor besturen van scholen met internationaal georiënteerd onderwijs is dat van belang: met ingang van het verslagjaar 2022 moeten zij daarmee rekening houden in hun verantwoording en jaarverslag. Lees hierover meer op de pagina Ouderbijdrage internationaal georiënteerd onderwijs is privaat geld.