Vertouwensinspecteurs verwachten meer meldingen door nieuwe wetten
Door 3 veranderingen in de wetgeving wordt de reikwijdte van de meld-, overleg- en aangifteplicht uitgebreid. Hierdoor verwachten de vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs meer meldingen.
Tot medio 2024 geldt de meld-, overleg- en aangifteplicht in het onderwijs alleen voor seksueel misbruik waarbij de beklaagde een met taken belast persoon is en het slachtoffer een minderjarige of wilsonbekwame leerling. Een met taken belast persoon is bijvoorbeeld een leerkracht of een lid van het onderwijsondersteunend personeel.
Vormen van seksuele intimidatie worden strafbaar
Medio 2024 gaan meer vormen seksueel grensoverschrijdend gedrag onder de zedenmisdrijven vallen. Dan wordt het herziene Wetboek van Strafrecht (Titel XIV: ‘misdrijven tegen de zeden’) ingevoerd. In de herziening worden naast seksueel misbruik, ook vormen van seksuele intimidatie strafbaar gesteld.
Ook meld- en overlegplicht bij seksuele intimidatie
Daarnaast is het de bedoeling dat een jaar later seksuele intimidatie ook onder de meld- en overlegplicht gaan vallen. Dit wordt voorgesteld in de conceptwet Vrij en veilig onderwijs. Net als bij seksueel misbruik gaat de meld- en overlegplicht bij seksuele intimidatie alleen gelden voor die casussen waarbij de beklaagde een met taken belast persoon is.
Ook meld-, overleg- en aangifteplicht bij meerderjarige leerlingen/studenten
Deze nieuwe wet bepaalt ook dat seksueel grensoverschrijdend gedrag richting meerderjarige leerlingen of studenten onder de meld-, overleg en aangifteplicht gaat vallen. Het gaat dan om alle gevallen van seksueel misbruik en seksuele intimidatie waarbij de beklaagde een met taken belast persoon is en waar sprake is van een afhankelijkheidsrelatie met een student of leerling. Nu geldt dit alleen bij minderjarige leerlingen.
De meld-, overleg- en aangifteplicht gaat dus gelden voor het hoger onderwijs. En voor studenten 18+ in het middelbaarberoepsonderwijs. Besturen moeten in meer gevallen gaan overleggen met de vertrouwensinspecteur en zo nodig aangifte doen.