Inspectie gaat bestuursgerichte toezicht verder versterken
Het onderwijsveld waardeert het vernieuwde toezicht van de Inspectie van het Onderwijs onveranderd positief, maar er is ook onderhoud en verbetering nodig. Dat blijkt uit de Evaluatie Vernieuwd Toezicht, de voortgangsrapportage 2018/2019 van de inspectie. Hoewel het te vroeg is om de effecten van het vernieuwde toezicht vast te stellen, vragen ontwikkelingen in het onderwijs en ervaringen met het toezicht tot nu toe, om aanpassing en versterking van de bestuursgerichte aanpak, met name in de uitvoering. Deze bevindingen gaan we verwerken in onze werkwijze en het nieuwe onderzoekskader 2021-2024 waarmee we ná aankomend schooljaar, vanaf augustus 2021, gaan werken.
Stimuleren van kwaliteitsverbetering
De meeste scholen en besturen voldoen aan de wettelijke minimumeisen voor kwaliteit en financieel beheer. Het toezicht van de inspectie is echter niet alleen bedoeld om te bewaken dat de onderwijskwaliteit en de financiële continuïteit in het onderwijs op orde is. We hebben ook als opdracht om te stimuleren dat besturen werken aan een continue kwaliteitsverbetering, zodat leerlingen en studenten het best mogelijke onderwijs krijgen. Die kwaliteitsverbetering blijft nodig. Zo blijkt bijvoorbeeld dat bijna een kwart van de 15-jarigen onvoldoende leesvaardig is (Staat van het Onderwijs 2020).
Meer impact door houding van de inspecteur: open als het kan, streng als het moet
Het onderzoek van de Radboud universiteit laat zien dat onderwijskwaliteit complex tot stand komt en dat het verschilt tussen besturen en scholen hoe dit gebeurt. Toezicht heeft daar een indirect effect op. Hoewel het nog te vroeg is om het effect van het vernieuwde toezicht vast te stellen, is duidelijk dat de houding van een inspecteur belangrijk is voor de impact van het toezicht. Een meer open gesprek leidt bij het veld tot meer vertrouwen en dat is belangrijk voor het tot stand komen van een verbetercultuur. Als vooral het streng beoordelen centraal staat, heeft een inspecteur minder impact op de verbetercultuur. Deze houding is echter noodzakelijk bij besturen en scholen die niet aan de basiskwaliteit voldoen. Stimuleren boven basiskwaliteit is dan nog niet aan de orde. Dit onderscheid tussen stimuleren en beoordelen willen we nog beter gaan verankeren in onze aanpak.
Aanscherping van het onderzoekskader
Onze uitgangspunten blijven onveranderd: het stimuleren vormt samen met het waarborgen van onderwijskwaliteit de kern van ons toezicht. We verwachten dat de aanscherping van het onderzoekskader er toe zal leiden dat het bestuur, meer dan nu, waarborgt dat de kwaliteit van het onderwijs op de scholen in orde is én dat besturen in samenwerking met hun scholen ambities voor beter onderwijs waarmaken. Daarmee willen we bereiken dat het toezicht meer effect heeft.
Wij waarborgen aanvullend op het bestuur en grijpen in waar nodig. De aanscherping van het toezicht komt niet alleen aan op aanpassingen in het onderzoekskader voor 2021-2024, ook onze werkwijze kan nog beter. Komend schooljaar gaan we daar al meer aandacht aan besteden. Verder zullen we in ons herziene kader 2021-2024 duidelijk maken dat we aandacht gaan besteden aan problemen die de individuele school en het individuele bestuur overstijgen en die naar voren komen in ons stelseltoezicht zoals de Staat van het Onderwijs, themaonderzoeken en Peil-onderzoeken.
Vervolg: een herzien kader en blijven verbeteren
Op dit moment is de inspectie de speerpunten en aanpassingen aan het verwerken in de onderzoekskaders voor 2021-2024. In het najaar worden deze kaders uitgebreid voorgelegd aan besturen, scholen, belangenorganisaties en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Na een aanpassing en een juridische toetsing willen we in augustus 2021 starten met het aangepaste kader. Ook in de komende jaren zal de inspectie de uitvoering van het toezicht blijven monitoren en waar nodig (tussentijds) aanvullende evaluaties uitvoeren.
Achtergrondinformatie evaluatie
Dit schooljaar is het derde schooljaar van het vernieuwde toezicht en hebben we bij ons eigen toezicht gekeken wat er beter kan en moet. Naast eigen onderzoek naar de waardering van het veld, een interne evaluatie onder medewerkers en een onderzoek naar de betrouwbaarheid van onze oordelen heeft het Kohnstamm Instituut een onderzoek uitgevoerd naar Excellente scholen en heeft de Radboud Universiteit de effecten van het toezicht in kaart gebracht.
Download het onderzoek van het Kohnstamm Instituut 'Kenmerken en voorbeeldfunctie Excellente scholen’.
Download het onderzoek van de Radboud Universiteit 'Effectstudie van het
vernieuwde onderwijstoezicht'.
Download het onderzoek naar de betrouwbaarheid van de oordelen Hoe wordt kwaliteitszorg beoordeeld?