Het vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen

Eens in de 4 jaar doen we als inspectie uitgebreid onderzoek bij ieder bestuur en zijn scholen  (in het mbo: ieder bestuur en zijn opleidingen).

Vanwege de beschikbare capaciteit voeren we in 2024 geen vierjaarlijkse onderzoeken uit bij onderwijsbesturen waar we (nagenoeg) geen risico’s zien. Deze onderzoeken schuiven niet automatisch door. In 2025 stellen we een nieuwe planning op voor de bestuursonderzoeken.

Wat gaat goed, wat kan beter en wat moet beter? In ons toezicht vormen de verantwoordelijkheid van besturen voor onderwijskwaliteit en hun ambities het uitgangspunt en daarom begint het vierjaarlijks onderzoek bij het bestuur. Met het vierjaarlijks onderzoek willen we duidelijk krijgen of de (be)sturing door het bestuur op de kwaliteit van de scholen op orde is, of er sprake is van deugdelijk financieel beheer en hoe dit bijdraagt aan de kernfuncties van het onderwijs (stelselthema’s).

Deze pagina gaat over het toezicht op het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Voor het middelbaar beroepsonderwijs en de samenwerkingsverbanden passend onderwijs ziet het vierjaarlijks onderzoek er op onderdelen anders uit. Het vierjaarlijks onderzoek is niet van toepassing op het hoger onderwijs en niet-bekostigd onderwijs.

Hoe ziet het vierjaarlijks onderzoek bij een bestuur en zijn scholen eruit?

Onderzoeken bij de scholen

Voor het vierjaarlijks onderzoek kunnen we bij de scholen de volgende activiteiten uitvoeren:

  • Bij de zogenaamde verificatie-activiteiten kijken we of de sturing op de kwaliteit door het bestuur ook in de praktijk werkt.
  • Onderzoeken naar risico’s nemen we mee in het vierjaarlijks onderzoek. Maar ze kunnen ook daarbuiten plaatsvinden, naar aanleiding van de jaarlijkse prestatieanalyse en signalen. We houden hiermee zicht op mogelijke risico’s, maar we verwachten dat besturen die ten alle tijden zelf ook in beeld hebben, als onderdeel van de kwaliteitscyclus. Bij een bestuur dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit goed invult, verwachten we dat als wij mogelijke risico’s detecteren, het bestuur zelf de oorzaken onderzoekt, passende maatregelen neemt en zich hierover verantwoordt aan de inspectie. Bij een bestuur dat er niet in slaagt de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen, voeren wij (afhankelijk van de aard van de risico’s) zelf het risico-onderzoek geheel of gedeeltelijk uit.

Overigens houdt de inspectie ook buiten het vierjaarlijks onderzoek op verschillende manieren toezicht op de scholen. Lees hierover meer op de pagina Toezicht op scholen.

Ga voor meer informatie over ons toezicht naar de overzichtspagina Toezicht.