Toezicht en bewegingsonderwijs
Vanuit de focusgroep is er de vraag om meer betrokkenheid vanuit de inspectie bij bewegingsonderwijs. Bewegingsonderwijs is vastgelegd in de kerndoelen . Dat betekent dat de inspectie in het toezicht ook het bewegingsonderwijs kan meenemen. In het nieuwe toezichtkader krijgen scholen veel ruimte om hun eigen ambities te presenteren. Profileert een school zich op het gebied van bewegingsonderwijs en wil de school dat de inspectie daar als onderdeel van het toezicht naar kijkt, dan is dat mogelijk. Het vierjaarlijkse onderzoek van de inspectie is het aangewezen moment om het gesprek hierover aan te gaan. Bijvoorbeeld over de ambities, de visie en de ontwikkelrichting op het gebied van bewegingsonderwijs.
Manon de Haas (Inspecteur Primair Onderwijs met bewegingsonderwijs als aandachtsgebied): “Het is belangrijk om als school binnen het team het bewegingsonderwijs met elkaar te bespreken. Kinderen bewegen van groep 1 tot en met groep 8. Bewegingsonderwijs is zoveel meer dan alleen de motorische vaardigheden. Bijvoorbeeld kinderen leren omgaan met winst en verlies, samenwerken etcetera . Scholen hebben verschillende keuzes te maken als het gaat om bewegingsonderwijs. Wil je bijvoorbeeld een vakspecialist of vakleerkracht inzetten. Als het gaat om dat soort keuzes zijn wij als inspectie graag gesprekspartner.”
Arnold Jonk (Plaatsvervangend inspecteur-generaal van het Onderwijs) stelt in het voorwoord van de rapportage Peil.Bewegingsonderwijs: “Als inspectie zijn we graag partner bij gesprekken over bewegingsonderwijs. Het nieuwe onderzoekskader geeft bij het gesprek tussen inspecteur en schoolbestuur meer ruimte om juist ook de ambities voor inhoudsgebieden als bewegingsonderwijs te bespreken. Wil je laten zien met hoeveel plezier en inzet jouw leerlingen bewegen in een gymles? Nodig ons vooral uit om dat te ervaren!”