Prestaties in groep 8
Voor elk subdomein (luisteren, spreken en gesprekken voeren) is een meetinstrument ontwikkeld. Dit varieert van een digitale toets voor luisteren, tot een opdracht voor het maken van een vlog voor spreken en het gezamenlijk doorspreken van een te organiseren actie voor een goed doel voor gesprekken. Deze instrumenten hebben als uitgangspunt het Referentiekader Taal en Rekenen en nadere keuzes die hierbinnen zijn gemaakt, zoals beschreven in de domeinbeschrijving ‘Mondelinge taalvaardigheid in het basisonderwijs’.
Download de referentieniveaus mondelinge taalvaardigheid en de domeinbeschrijving ‘Mondelinge taalvaardigheid in het basisonderwijs’.
Om de prestaties van de leerlingen te kunnen relateren aan de referentieniveaus voor het basisonderwijs (1F en 2F), hebben experts ‘grenspunten’ bepaald. Deze grenspunten zijn gebruikt om de scores van de leerlingen te duiden. Omdat er zowel voor spreken als gesprekken in dit onderzoek één taak is afgenomen, kunnen de uitspraken over de beheersing van de referentieniveaus niet gegeneraliseerd worden naar andere spreek- of gespreksituaties.
Op alle subdomeinen beheerst meer dan 85 procent van de leerlingen het fundamentele niveau
Zowel voor luisteren, spreken als gesprekken geldt dat minimaal 85 procent van de leerlingen referentieniveau 1F beheerst: respectievelijk 95, 92 en 87 procent van de leerlingen einde basis onderwijs beheerst dit niveau. Dit betekent dat de ambitie (85 procent van de leerlingen beheerst het fundamentele niveau 1F voor taal en rekenen) ook voor mondelinge taalvaardigheid wordt behaald. Het percentage leerlingen dat het streefniveau 2F beheerst, ligt voor alle drie de subdomeinen onder de 65 procent. De beheersing van het streefniveau voor spreken komt hier met 62 procent nog het dichtst bij. Bij luistervaardigheid beheerst 40 procent van de leerlingen het streefniveau; voor gesprekken is dit 49 procent.
De focusgroep vindt het percentage leerlingen dat niveau 2F beheerst laag, ook in relatie tot het hoge percentage leerlingen dat 1F beheerst. Een mogelijke verklaring hiervoor is volgens onder meer Dory Hofstede, dat kinderen in het Nederlandse onderwijs die meer aan kunnen over het algemeen weinig uitgedaagd worden om een hoger niveau te behalen. Dit blijkt ook telkens uit internationaal onderzoek op andere inhoudsgebieden.
Vergelijkbare prestaties voor begrijpen en interpreteren bij luistertoets
Ruim 95 procent van de leerlingen beheerst minimaal het fundamentele niveau 1F voor luisteren. 40 procent beheerst ook het streefniveau 2F. Gemiddeld genomen zijn vragen die een beroep doen op het begrijpen van een luisterfragment voor leerlingen even moeilijk ervaren als vragen die een beroep doen op het interpreteren van een fragment.
Afstemming op publiek bij spreken het lastigste aspect
Van de basisschoolleerlingen in groep 8 beheerst 92 procent minimaal het fundamentele referentieniveau voor spreken. Ook beheerst ruim 62 procent het streefniveau. Daarmee is de ambitie ten aanzien van het streefniveau bijna behaald. Leerlingen zijn gemiddeld het hoogst beoordeeld op het kenmerk vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing en gemiddeld het laagst op afstemming op publiek.
Woordgebruik en woordenschat en vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing bij gespreksvaardigheid het hoogst beoordeeld
Zo’n 87 procent van de leerlingen beheerst minimaal het fundamentele niveau (1F) voor gespreksvaardigheid. Het streefniveau (2F) wordt door 49 procent van de leerlingen beheerst. Leerlingen krijgen gemiddeld genomen de hoogste beoordeling voor woordgebruik en woordenschat en vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing. Gemiddeld krijgen ze de laagste beoordeling op kwaliteit van de inhoud. Hoe hoger het referentieniveau, des te hoger de score op de afzonderlijke taakkenmerken.
Luistervaardigheid enigszins afgenomen, spreekvaardigheid min of meer stabiel
We hebben de luistervaardigheid van leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs in 2017 vergeleken met 2007. Voor de spreekvaardigheid hebben we een vergelijking kunnen maken tussen 2017 en 2010. We zien dat leerlingen in 2007 beter presteerden op luistervaardigheid dan leerlingen in 2017. De spreekvaardigheid van de leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs is niet noemenswaardig verbeterd of verslechterd tussen 2010 en 2017.
Zowel in de maatschappij als in het onderwijs zijn er de afgelopen tien jaar veranderingen geweest die van invloed zouden kunnen zijn op de dalende prestaties op het gebied van luistervaardigheid. Mariëlle Evers: “In 2007 lag er op de scholen minder nadruk op meetbare vaardigheden dan nu het geval is. In de afgelopen jaren is de aandacht steeds meer gericht op meetbare taalonderdelen zoals begrijpend lezen en spelling. Dit is mogelijk ten koste gegaan van de aandacht voor bijvoorbeeld luistervaardigheid”.