Professionals reflecteren
Met het delen van de resultaten van Peil.Mondelinge taalvaardigheid willen we een aanzet geven voor een brede dialoog over de inhoud, kwaliteit en het niveau van het onderwijs op het gebied van mondelinge taalvaardigheid. Ter inspiratie hebben we daarom aan een aantal professionals op het gebied van mondelinge taalvaardigheid gevraagd om samen te reflecteren op de resultaten en eerste suggesties te geven voor het verder verbeteren van het onderwijs in mondelinge taalvaardigheid.
Focusgroep
De professionals vormden een focusgroep met een vertegenwoordiging uit onderwijspraktijk, -beleid en -onderzoek. In de rapportage vindt u een uitgebreide weergave van dit gesprek.
Doelgerichte aandacht voor mondelinge taalvaardigheid schiet tekort
De deelnemers aan de focusgroep zijn het roerend eens over het grote belang van goed onderwijs in mondelinge taalvaardigheid. Vooral omdat spreek-, gespreks- en luistervaardigheid zo belangrijk is voor het sociaal functioneren en een belangrijke basis vormt voor het verwervan van schriftelijke taalvaardigheden. Volgens veel van de aanwezigen is het daarom jammer dat de aandacht voor mondelinge taalvaardigheid in het basisonderwijs tekort schiet. Vaak ontbreekt er bijvoorbeeld een gedeelde visie op goed onderwijs in mondelinge taalvaardigheid en is niet duidelijk hoe een doorlopende leerlijn voor dit domein eruit zou kunnen of moeten zien.
Huub van den Bergh, hoogleraar toetsing en didactiek van taalvaardigheid, Universiteit Utrecht: “Het belang van mondelinge taalvaardigheid kun je maar moeilijk overschatten!’
Wat de leden van de focusgroep verder opviel en waarover zij in gesprek zijn gegaan:
Onderwijsleerproces
- De leerdoelen voor mondelinge taalvaardigheid zijn relatief onbekend en niet leidend bij het onderwijsleerproces
- Er lijkt veel sprake van incidenteel luisteren, spreken en gesprekken voeren en minder van intentionele activiteiten die zijn gericht op het behalen van de leerdoelen voor mondelinge taalvaardigheid
- Goed toetsbare onderdelen van het taalcurriculum krijgen meer aandacht dan mondelinge taalvaardigheid, zowel op scholen als in het curriculum op de pabo’s
Mariëlle Evers, leerkracht en taalcoördinator, basisschool Hof ter Weide: “Leerdoelen die goed en objectief toetsbaar zijn, krijgen meer aandacht in het onderwijs. Het domein mondelinge taalvaardigheid leeft niet echt, omdat het niet regelmatig genoeg terugkomt en er niet objectief naar de resultaten gekeken kan worden.’’
Prestaties
- Het percentage leerlingen dat het streefniveau 2F beheerst is laag, ook in relatie tot het hoge percentage leerlingen dat het fundamentele niveau 1F beheerst.
Een mogelijke verklaring hiervoor is volgens onder meer Dory Hofstede dat kinderen in het Nederlandse onderwijs die meer aan kunnen over het algemeen weinig uitgedaagd worden om een hoger niveau te behalen. Wat ook een rol zou kunnen spelen, is dat de doelen niet duidelijk genoeg gesteld zijn. ‘’We weten niet waar we de lat moeten en leggen wellicht onbewust de lat niet hoog genoeg,’’ aldus Mariëlle Evers.
- De bevinding dat de prestatieverschillen slechts voor een relatief klein deel aan de school kunnen worden toegeschreven (met name voor luisteren) komt volgens de focusgroep wellicht doordat mondelinge taalvaardigheid op alle scholen structureel te weinig doelgerichte aandacht krijgt.
Als scholen er immers allemaal te weinig aan doen, ontstaan er nauwelijks verschillen tussen scholen.
Mogelijk is een aantal kenmerken die we in het onderzoek niet hebben gemeten hierop wel van invloed. De focusgroep noemt onder meer het effect van een bepaald onderwijsconcept (zoals Jenaplan) op de prestaties, de scholingsgraad van leerkrachten op het domein en de diversiteit in de klas. Als het gaat om dit laatste punt is de achterliggende gedachte daarbij dat een grotere diversiteit in de leerlingpopulatie zou kunnen leiden tot meer gespreksactiviteit in de klas.
Marjolein Deunk: “Culturele diversiteit zou positief kunnen werken. Daarmee is de kans op de aanwezigheid van verschillende perspectieven en andere kennis en ervaringen in de klas namelijk groter. Dat zou een basis kunnen zijn voor rijkere groepsgesprekken.”
Taalachtergrond
- Omdat de taalrijkheid van de thuissituatie (met name bij luisteren) van invloed is op de leerlingprestaties, zou het goed zijn als leerkrachten van afzonderlijke leerlingen weten hoe de taalsituatie thuis is.
Het stimuleren van de ouderbetrokkenheid door de school kan volgens de focusgroep een positief effect hebben.
Hieke van Til, schoolbegeleider bij Taalvorming: “'BoekStart’ en ‘Samen met een boek’ zijn bijvoorbeeld projecten die ouders van jonge kinderen stimuleren tot interactie met hun kinderen rondom prentenboeken.’’
Trend
- Er zijn enkele mogelijke verklaringen voor de dalende prestaties in luistervaardigheid tussen 2007 en 2017
De leden van de focusgroep geven aan dat de visualisering in de samenleving hierop van invloed zou kunnen zijn; er wordt steeds meer gebruik gemaakt van beeldtaal in plaats van schriftelijke taal. Dit zou een negatief effect kunnen hebben op de taalvaardigheid. Ook het steeds vluchtigere karakter van activiteiten kan invloed hebben op een veranderende luistervaardigheid. Leerlingen zijn wellicht minder geconcentreerd en zijn met verschillende dingen tegelijk bezig. Zo trekken (sociale) media continu hun aandacht.
Ook in het onderwijs zijn er de afgelopen tien jaar veranderingen geweest die van invloed zouden kunnen zijn op de dalende prestaties.
Mariëlle Evers: “In 2007 lag er op de scholen minder nadruk op de meetbare vaardigheden dan nu het geval is. In de afgelopen jaren is de aandacht steeds meer gericht op meetbare taalonderdelen zoals begrijpend lezen en spelling. Dit is mogelijk ten koste gegaan van de aandacht voor bijvoorbeeld luistervaardigheid”.