Met dit peilingsonderzoek wordt in kaart gebracht wat leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs en schoolverlaters in het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs kennen en kunnen op het gebied van mondelinge taalvaardigheid (spreken, gesprekken, luisteren). Ook geeft dit onderzoek zicht op het onderwijs dat op het gebied van mondelinge taalvaardigheid wordt gegeven.
De doelgroep voor de peiling in het speciaal onderwijs beperkt zich tot voormalig cluster 3- en cluster 4-leerlingen in het laatste leerjaar van het speciaal onderwijs die uitstromen naar het voortgezet (speciaal) onderwijs. Dit peilingsonderzoek is dus niet gericht op leerlingen uit cluster 1 en cluster 2.
Tijdens het onderzoek wordt gebruik gemaakt van de volgende meetinstrumenten:
- Luistertaken en spreek- en gespreksopdrachten
Hiermee wordt de vaardigheid van leerlingen in kaart gebracht.
- Vragenlijst voor leerlingen
Deze bevat vragen over henzelf en over bijvoorbeeld de taalactiviteiten die zij op school en thuis ondernemen.
- Vragenlijsten voor schoolleiders en leerkrachten
Deze zijn bedoeld om de onderwijspraktijk op het gebied van mondelinge taalvaardigheid in kaart te brengen en om verbanden te kunnen leggen tussen de vaardigheid van de leerlingen en het onderwijs dat zij krijgen.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium waarin het Expertisecentrum Nederlands, KBA Nijmegen en Stichting Cito samenwerken. Aan de basis van het onderzoek liggen:
De resultaten en het rapport worden naar verwachting in het voorjaar van 2026 gepubliceerd.