Burgerschapsonderwijs op basisscholen moet verder ontwikkeld worden
Vrijwel alle leerkrachten vinden burgerschapsvorming belangrijk, maar het burgerschapsonderwijs op hun school zou volgens ongeveer 2/3 van de leerkrachten en schoolleiders wel verder ontwikkeld moeten worden. Scholen werken dagelijks aan burgerschapsvorming van hun leerlingen. Dit is echter lang niet altijd doelgericht en samenhangend. Op ongeveer de helft van de scholen formuleren leerkrachten geen concrete leerdoelen voor burgerschapsvorming, wordt de burgerschapsontwikkeling van leerlingen niet systematisch gevolgd en vindt er geen periodieke bijstelling van het burgerschapsonderwijs plaats op basis van ervaringen en resultaten. De dagelijkse focus in het burgerschapsonderwijs ligt op persoonsvorming en sociale omgang. Leerdoelen als het ontwikkelen van maatschappelijke betrokkenheid en kritisch leren nadenken over de samenleving komen veel minder aan bod. Dit blijkt uit het onderzoek Peil.Burgerschap einde basisonderwijs 2019-2020 van de Inspectie van het Onderwijs.
Burgerschapskennis licht gedaald sinds 2009
De burgerschapskennis van groep 8-leerlingen is licht gedaald sinds 2009. In 2009 was een van de conclusies dat de burgerschapskennis op dat moment nog ver onder het gewenste resultaat lag. Dit maakt de afstand tussen het gewenste en gerealiseerde onderwijsresultaat in 2020 nog wat groter.
Het onderzoek laat zien dat 4 van de 5 leerlingen ongeveer 50% tot 90% van de opgaven voor burgerschapskennis en de vaardigheid in het toepassen van die kennis beheersen. Eenzelfde deel van de leerlingen heeft een matig tot redelijk vertrouwen in de eigen burgerschapsvaardigheid en een gematigd positieve burgerschapshouding.
Niet alleen aspecten van het burgerschapsonderwijs hangen samen met de burgerschapscompetenties van leerlingen; vooral kenmerken van de leerlingen zelf zijn hierop van invloed. Zo blijken leerlingen die vaker het nieuws volgen (via krant, televisie of sociale media), een positievere houding te hebben ten aanzien van burgerschap. Wat de kenmerken van scholen betreft laat het onderzoek zien dat leerlingen een positievere burgerschapshouding hebben als er sprake is van een klasklimaat waarin er ruimte is voor discussie en als de leerkracht en leerlingen een goede relatie hebben.
Aangescherpte burgerschapswet geeft richting, maar voor verdere ontwikkeling van het burgerschapsonderwijs is meer nodig
De nieuwe wettelijke burgerschapsopdracht, die van kracht werd in de zomer van 2021, geeft richting aan de verdere ontwikkeling van het burgerschapsonderwijs. Volgens een focusgroep van experts die reflecteerde op de resultaten van het peilingsonderzoek, verduidelijkt de nieuwe wet de wettelijke verplichtingen, maar is er meer dan dat nodig. Het realiseren van meer doelgericht en samenhangend burgerschapsonderwijs vraagt gerichte aandacht en prioriteit van besturen en scholen. Zij moeten hiermee actief aan de slag en dat behoeft niet alleen inspanningen, maar ook materialen en ondersteuning. Hierbij kunnen experts en sector- en profielorganisaties een rol spelen. Om het burgerschapsonderwijs goed vorm te geven is er bovendien versterking van de expertise van leerkrachten nodig, door scholen en besturen en middels een impuls op de lerarenopleidingen en in de nascholing op het gebied van burgerschap. Leerkrachten kunnen zo beter worden toegerust voor het verzorgen van het burgerschapsonderwijs aan hun leerlingen, ook daar waar het gaat om de maatschappelijke aspecten van burgerschap.
Uitvoering onderzoek
Peil.Burgerschap einde basisonderwijs vond plaats in het schooljaar 2019-2020 op een representatieve steekproef van 94 basisscholen (130 klassen) met 2.237 leerlingen. Op 20 van deze scholen heeft ook een verdiepend onderzoek plaatsgevonden, om zicht te krijgen op de mate waarin en wijze waarop de scholen het burgerschapsonderwijs (in samenhang) vormgeven.
Sociale en maatschappelijke competenties: basisvaardigheden
Mede door de aandacht voor burgerschapsvorming op school ontwikkelen leerlingen de competenties om te participeren in een diverse en democratische samenleving die voortdurend verandert. Samen met taal (lezen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid) en rekenen vormt burgerschap (sociale en maatschappelijke competenties) dan ook het geheel aan basisvaardigheden dat je nodig hebt om je te kunnen redden in de maatschappij.