Attituden en achtergrondkenmerken van leerlingen, leerkrachten en scholen
Leerlingen hebben redelijk vertrouwen in hun digitale vaardigheden
Leerlingen laten over het algemeen een aardig zelfvertrouwen zien op het gebied van hun digitale vaardigheden. Zo vinden 8 op de 10 leerlingen zichzelf heel erg goed in het sturen van digitale berichten. Leerlingen hebben over het algemeen een positieve houding tegenover digitale apparaten. Zo vindt 99% van de leerlingen het leuk om digitale apparaten te gebruiken.
Ruim een derde van de leerlingen gebruikt smartphone meer dan 3 uur per dag
Ruim 9 op de 10 groep 8-leerlingen gebruiken dagelijks een smartphone, 37% gebruikt deze zelfs meer dan 3 uur per dag. Van de sociale media gebruiken leerlingen WhatsApp, YouTube en TikTok het meest. Ongeveer driekwart van de leerlingen speelt dagelijks computerspelletjes of games. Vrijwel alle leerlingen hebben thuis een internetaansluiting, één of meer computers, laptops of Chromebooks beschikbaar en hebben hun eigen smartphone. Daarnaast geven 8 op de 10 leerlingen aan dat hun ouder(s)/verzorger(s) het belangrijk vinden dat zij goed met digitale apparaten om kunnen gaan. Wel maakt minder dan de helft van de leerlingen afspraken met hun ouder(s)/verzorger(s) over hoeveel tijd per dag de leerling hieraan mag besteden.
Leerkrachten hebben wisselende opvattingen over de gevolgen van het gebruik van digitale technologie
Leerkrachten zijn over het algemeen positief over de gevolgen van het gebruik van digitale technologie voor het dagelijks functioneren van hun leerlingen. Bijna alle leerkrachten vinden dat leerlingen door het gebruik beter worden in het zoeken, creëren en delen van informatie. Gevolgen voor het leren zijn wisselend. 9 op de 10 leerkrachten vinden dat het onderwijs beter afgestemd kan worden op de individuele leerbehoeften van leerlingen met behulp van technologie. Echter, een ruime meerderheid vindt ook dat de schrijfvaardigheid van leerlingen achteruitgaat door het gebruik van digitale technologie, en dat leerlingen eerder afgeleid zijn. Gevolgen van digitale technologie voor het sociaal-emotioneel functioneren van leerlingen zijn gemiddeld het meest negatief. De meeste leerkrachten vinden bijvoorbeeld dat het zelfbeeld wordt aangetast door de “ideale” foto’s en levens op sociale media.
Leerkrachten voelen zich redelijk bekwaam om 3 van de 4 inhoudelijke domeinen te behandelen
Gemiddeld voelen leerkrachten zich redelijk bekwaam om onderwerpen rondom ICT-basisvaardigheden, informatievaardigheden en mediawijsheid te behandelen in hun onderwijs in groep 8. Zij voelen zich het minst bekwaam als het gaat om computational thinking. Van de bevraagde schoolleiders schat meer dan de helft in dat hun leerkrachten bekwaam genoeg zijn om les te geven over ICT-basisvaardigheden, informatievaardigheden en mediawijsheid. 3 op de 10 schoolleiders denken dit ook voor het domein computational thinking.
Meest interesse in bijscholing op het gebied van computational thinking
Meer dan de helft van de leerkrachten heef geen behoefte aan bijscholing op het gebied van ICT-basisvaardigheden, informatievaardigheden of mediawijsheid ten behoeve van hun onderwijs. De meeste interesse voor bijscholing ligt op het gebied van computational thinking. Minder dan de helft van de schoolleiders schat in dat hun leerkrachten (bij)scholing volgden voor de 4 inhoudelijke domeinen. (Bij)scholing in computational thinking gebeurde volgens hen het minst. Net als de groep 8-leerkrachten geven schoolleiders het vaakst aan dat er een scholingsbehoefte is op het gebied van computational thinking en mediawijsheid, en minder vaak op het gebied van informatievaardigheden en ICT-basisvaardigheden.
Meer resultaten
In Peil.Digitale geletterdheid einde basisonderwijs 2021-2022 leest u meer over de attitudes van leerlingen, leerkrachten en scholen tegenover digitale geletterdheid. U vindt de informatie in deel B, hoofdstuk 3: Attituden en achtergrondkenmerken.