Het onderwijsleerproces

Belang van aandacht voor digitale geletterdheid breed gedragen 

Het belang van aandacht voor digitale geletterdheid in het onderwijs wordt volgens vrijwel alle schoolleiders en zo’n driekwart van de leerkrachten onder de collega’s op hun school breed gedragen. Bijna driekwart van de schoolleiders en meer dan de helft van de leerkrachten is het volledig of enigszins eens met de stelling dat hun school een duidelijke visie heeft op de plaats van digitale geletterdheid in hun curriculum. De helft van de schoolleiders geef aan niet met de implementatie van digitale geletterdheid te wachten tot dit officieel in wettelijke kerndoelen is opgenomen. Uit verdiepende interviews blijkt dat de leerkrachten en schoolleiders op de meeste scholen enige of een duidelijke mening over of visie hebben op de rol van digitale geletterdheid in het onderwijs. Desondanks implementeerde bijna de helft van de scholen hun visie nog niet of nauwelijks in het schoolbeleid of concrete activiteiten. Wel zien 8 op de 10 schoolleiders en twee derde van de leerkrachten een belangrijke rol voor het bo in de ontwikkeling van digitale geletterdheid bij leerlingen. De adoptiefase is de meest voorkomende implementatiefase waarin de scholen zich bevinden (32-40%). In deze fase accepteren scholen dat digitale geletterdheid in het curriculum geïmplementeerd moet worden maar zijn ze hiertoe nog niet overgegaan. Slechts een klein deel van scholen (3-4%) zit in de institutionalisatiefase. Dit is de fase waarin digitale geletterdheid een vast onderdeel is van het curriculum en al meer dan 3 jaar geïntegreerd is. Tot slot zit iets minder dan 10% van de scholen in fase 0: de fase waarin nog niet of nauwelijks iets rondom digitale geletterdheid gebeurt. 

Helft schoolleiders wil doorlopende leerlijn digitale geletterdheid (verder) ontwikkelen 

Wat betref de toekomstige implementatie van digitale geletterdheid blijkt uit de interviews dat schoolleiders optimistischer zijn dan leerkrachten. De helft van de schoolleiders wil een doorlopende leerlijn creëren om het onderwijs op dit gebied (verder) te implementeren. Belemmeringen bij de implementatie zijn onder andere te weinig (basis-) ICT-kennis en -vaardigheden bij leerkrachten, en te weinig tijd voor leerkrachten om zich bij te scholen of lessen te ontwikkelen.

Ruim helft van de scholen heeft een coördinator voor digitale geletterdheid 

Uit de interviews met de schoolleiders blijkt dat op iets meer dan de helft van de scholen een speciale coördinator voor digitale geletterdheid is aangesteld (54%). Deze ondersteunt leerkrachten als zij vragen hebben over deelvaardigheden van digitale geletterdheid in hun onderwijs. In de meeste gevallen is de ICT-coördinator of -coach verantwoordelijk voor het onderwijs in de inhoudelijke domeinen mediawijsheid, informatievaardigheden en ICT-basisvaardigheden op school. Voor computational thinking is op bijna de helft van de scholen niemand verantwoordelijk. Bij computational thinking leren leerlingen hoe computertechnologie kan bijdragen aan het oplossen van complexe problemen, bijvoorbeeld door patroonherkenning of algoritmes.

Vaker les in de inhoudelijke domeinen van digitale geletterdheid in hogere groepen 

Naarmate leerlingen in een hogere groep komen, wordt er vaker lesgegeven over de 4 inhoudelijke domeinen. Lessen over computational thinking komen minder vaak voor dan lessen over de andere inhoudelijke domeinen. Alleen in groep 3 en 4 verschilt dit niet. Het vinden van informatie met goede zoektermen en de omgang met anderen op sociale media wordt volgens leerkrachten veel behandeld in groep 8. 

Helft van de activiteiten rondom digitale geletterdheid geïntegreerd in andere vakken 

Bij ongeveer twee derde van de scholen die deelnamen aan het verdiepend onderzoek is digitale geletterdheid enigszins onderdeel van het onderwijsleerproces van de school. Uit de interviews met de schoolleiders blijkt daarnaast dat de helft van de leerkrachten enigszins bekwaam is om digitale geletterdheid te onderwijzen, en bijna 4 op de 10 voldoende bekwaam. Activiteiten rondom digitale geletterdheid zijn op ongeveer de helft van de scholen geïntegreerd in andere vakken. Op een derde zijn dit volgens leerlingen vooral losstaande activiteiten. Het domein digitale informatievaardigheden komt het meest aan bod, computational thinking het minst. 

Leerkrachten en schoolleiders tevreden over ICT-infrastructuur 

Bijna alle schoolleiders en leerkrachten zijn tevreden over de beschikbare software en hardware op hun school. Ook kunnen ouders en leerlingen bij bijna alle scholen via e-mail of een app rechtstreeks vragen stellen aan de leerkracht. De meeste scholen stellen educatieve software of apps beschikbaar en lenen computers of tablets uit om thuis mee te werken (respectievelijk 85% en 73%).

Computers worden volgens bijna alle leerkrachten in de lessen gebruikt 

Een vaste computer, laptop of Chromebook worden volgens bijna alle leerkrachten in de lessen gebruikt, variërend van soms tot in (bijna) alle lessen. Tablets en smartphones worden volgens zo’n driekwart van de leerkrachten nooit gebruikt in de lessen. Daarnaast gebruiken bijna 4 op de 10 leerkrachten in de helft van de lessen software of apps waarmee leerlingen leerstof oefenen. Nog eens een kwart van de leerkrachten gebruikt deze in (bijna) alle lessen. Ook laat de helft van de leerkrachten hun leerlingen een paar keer per week informatie opzoeken op internet tijdens de les of als huiswerk. 

Van meerderheid leerkrachten mag de smartphone mee naar school, maar niet worden gebruikt in de lessen 

Als er digitale apparaten tijdens de lessen worden gebruikt, hoeven leerlingen ze meestal niet zelf mee te nemen naar school. Van 3 op de 5 leerkrachten mogen leerlingen hun smartphone meenemen, maar niet gebruiken tijdens de lessen. Van 1 op de 5 leerkrachten mogen zij hun smartphone gebruiken tijdens de les. Van 1 op de 5 leerkrachten mag een smartphone helemaal niet mee naar school.

Meer resultaten

In Peil.Digitale geletterdheid einde basisonderwijs 2021-2022 leest u meer over het onderwijsleerproces. U vindt de informatie in deel B, hoofdstuk 1: Het onderwijs in digitale geletterdheid.