Peil.Taal en Rekenen einde (speciaal) basisonderwijs 2022-2023
De jaarlijkse rapportage Peil.Taal en rekenen laat zien hoe het ervoor staat met de taal- en rekenniveaus van leerlingen aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs ((s)bo) en speciaal onderwijs (so). Dit landelijke beeld komt tot stand op basis van de scores voor lezen, taalverzorging en rekenen van leerlingen die deelnemen aan de eindtoets (vanaf schooljaar 2023-2024 doorstroomtoets). Door hier jaarlijks over te rapporteren wordt zichtbaar hoe de taal- en rekenniveaus zich ontwikkelen. We vergelijken in dit rapport de resultaten van leerlingen op de eindtoets in 2023 met resultaten op de eindtoets in 2022.
In 2023 is in zowel het bo, sbo als so het aandeel leerlingen dat het streefniveau beheerst, toegenomen voor zowel rekenen, lezen als taalverzorging. In het bo is de grootste stijging zichtbaar bij rekenen. Voor lezen is het percentage leerlingen met streefniveau 2F ook gestegen. In het sbo is het aandeel leerlingen dat 2F beheerst vooral toegenomen bij lezen: 20% ten opzichte van 18% in 2022. De beheersing van de streefniveaus ligt voor rekenen (4%) en taalverzorging (8%) een stuk lager dan voor lezen. In het so zien we vooral een toename in de beheersing van het streefniveau voor taalverzorging.
Belangrijkste resultaten in één visuele plaat
Meer leerlingen behalen streefniveau voor rekenen en taal
In 2023 is in zowel het bo, sbo als so het aandeel leerlingen dat het streefniveau beheerst voor rekenen, lezen en taalverzorging toegenomen. In het bo is de grootste stijging zichtbaar bij rekenen. Daar beheerst 46% 1S ten opzichte van 43% in 2022. Voor lezen is het aandeel op 2F in beide jaren 74% en voor taalverzorging steeg het aandeel op 2F van 63% naar 64%. De ambitie van 65% van de leerlingen op 1S/2F wordt in het bo dus gehaald voor lezen, maar niet voor rekenen en taalverzorging. In het sbo nam het aandeel leerlingen dat 2F beheerst vooral toe bij lezen: 20% ten opzichte van 18% in 2022. De beheersing van de streefniveaus ligt voor rekenen (van 3% naar 4%) en taalverzorging (van 6% naar 8%) een stuk lager dan voor lezen. In het so zien we de sterkste toename in de beheersing van het streefniveau voor taalverzorging: van 19% naar 23%. Voor rekenen weet 14% van de so-leerlingen het streefniveau te behalen tegenover 12% in 2022 en voor lezen 39% tegenover 37% in 2022. De ambitie van 65% van de leerlingen op het streefniveau wordt voor rekenen alleen gehaald door (s)bo-leerlingen met schooladvies havo/vwo of vwo. Voor lezen wordt deze ambitie gehaald door de (s)bo-leerlingen met het schooladvies vmbo gemengde of theoretische leerweg (vmbo-(g)t) of hoger. Voor taalverzorging lukt dit in het bo alleen de groep leerlingen met een schooladvies vmbo-(g)t of havo, of hoger en in het sbo alleen de groep met een schooladvies havo of hoger.
Uitbreiding naar het vo, vso en mbo
In De Staat van het Onderwijs 2024 combineren we de informatie uit dit rapport met overige resultaten en ontwikkelingen in het onderwijs. We constateren ook daar dat de basisvaardigheden taal en rekenen verbetering nodig hebben. Het ontwikkelen van de basisvaardigheden stopt niet aan het einde van het (s)bo en so. In het vervolgonderwijs moeten de taal- en rekenvaardigheden verder ontwikkeld worden. Om deze ontwikkeling te kunnen monitoren,volgen er niet alleen peilingsonderzoeken op het gebied van rekenen-wiskunde en leesvaardigheid in het vo en vso, maar ook in het mbo.