Suggesties voor het onderwijs
De reflectie op de peilingsresultaten door de focusgroep en het gesprek dat daaruit voortkwam, leverden gedachten en ideeën op om de positie van schrijfvaardigheid in het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs (sbo) verder te verbeteren.
We geven hier beknopt suggesties voor denkrichtingen en hopen aanknopingspunten en inspiratie te bieden voor iedereen die betrokken is bij het onderwijs in schrijfvaardigheid. Het gaat hier nadrukkelijk om ideeën om verder over in gesprek te gaan. Een uitgebreide weergave van dit deel van het gesprek met de focusgroep staat in het rapport Peil.Schrijfvaardigheid vanaf pagina 33.
Voor de onderwijspraktijk
- Ontwikkel een schoolbrede visie en aanpak van het schrijfonderwijs
Anke Herder: "Het is belangrijk dat elke school een deskundige taalcoördinator heeft, die vanuit doorgaande leerlijnen voor schrijfvaardigheid komt tot een breed gedragen beleid voor schrijven. Elke school moet zich kunnen verantwoorden over hoe het schrijfonderwijs is ingericht." - Pas inzichten uit de vakdidactiek meer toe in de praktijk
De opgedane kennis en inzichten over effectieve schrijfdidactiek zouden meer in de praktijk moeten worden toegepast. Concrete voorbeelden hiervan zijn het stimuleren van samenhang in taalonderwijs, bijvoorbeeld tussen lezen en schrijven, het inzetten van schrijfopdrachten die authentiek en functioneel zijn, integratie met andere vakken en het geven van goede feedback, zowel op het schrijfproduct als op het schrijfproces. - Zorg voor betere toerusting van leraren om zicht te krijgen op de ontwikkeling van schrijfvaardigheid
"Als er toetsen voor schrijfvaardigheid zijn, dan kun je achterblijvende resultaten zien en daar kun je gericht mee aan de slag”, zegt Monica Koster daarover.
Voor onderwijsbeleid
- Vergroot het urgentiebesef
Het urgentiebesef voor effectief schrijfonderwijs moet groter worden in het gehele onderwijsveld. De hoeveelheid aandacht die er nu is voor leesvaardigheid zou net zo groot moeten zijn voor schrijfvaardigheid. De focusgroep adviseert dan ook om het leesoffensief te verbreden naar een lees- en schrijfoffensief. - Veranker aandacht voor schrijven en schrijfdidactiek in de opleiding en nascholing
Voor het vergroten van kennis over schrijven en (effectieve) schrijfdidactiek is een structurele en stevige verankering in de initiële opleidingen en nascholing nodig. “Maar met alleen meer aandacht voor schrijven in de initiële opleiding ben je er niet. Ook het vergroten van de kennis en vaardigheid over schrijfonderwijs van de huidige leerkrachten is belangrijk”, aldus Tjalling Brouwer.
Voor vervolgonderzoek
- Onderzoek de referentieniveaus op haalbaarheid en bruikbaarheid in de praktijk
De referentieniveaus zijn volgens de focusgroep veel te abstract voor de gemiddelde leerkracht. Suzanne van Norden: “Veel leerkrachten kunnen, net als ik, niet zoveel met de referentieniveaus. Ze geven je in de klas niets duidelijks in handen waarmee je je onderwijs kunt verbeteren.” Onderzoek naar de bruikbaarheid van de referentieniveaus is dan ook nodig, evenals onderzoek naar de haalbaarheid voor de leerlingen in het sbo. - Onderzoek wat leerkrachten echt doen in de klas
Suzanne van Norden: “Ik ben benieuwd naar de relatie tussen schrijfprestaties en didactisch handelen van leerkrachten. Het gaat dan om de kwaliteit van de instructie en de aard en de kwaliteit van de feedback. We weten nu wel wat er gebeurt in de klassen maar niet hoe, terwijl dat cruciaal is.” - Onderzoek motivatie en attitude van leerlingen en leerkrachten
De mate waarin leerlingen schrijven nuttig vinden kan hun motivatie en schrijfplezier beïnvloeden. Er zou dan ook meer onderzoek moeten worden gedaan naar de attitude en naar hoe de motivatie van leerlingen vergroot kan worden. De ervaring van leerkrachten met schrijven en schrijfonderwijs, hun schrijfplezier, de eigen bekwaamheid en het zelfvertrouwen van leerkrachten zijn eveneens interessant voor verder onderzoek.