Lang niet alle leerlingen in de tweede klas voortgezet onderwijs hebben leesniveau om goed te kunnen doorleren; verbetering noodzakelijk

De eerste nationale peiling van de leesvaardigheid van leerlingen in het voortgezet onderwijs (vo) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) laat zien dat de meerderheid van de vmbo-g/t-leerlingen in de tweede klas op of boven 1F-niveau leest. In de tweede klas havo/vwo en vso lezen de meeste leerlingen op of boven 2F-niveau. Deze niveaus passen bij het leerjaar en de onderwijssoort waarin leerlingen zich bevinden; ze zijn daarmee goed op weg om de beoogde eindniveaus te halen. In het vmbo-b/k zien de resultaten er niet goed uit. Daar leest twee derde van de leerlingen in het tweede leerjaar nog onder 1F-niveau.

Meisje staat naast een boekenkast en leest een boek
Beeld: ©Inspectie van het Onderwijs

Fundamenteel leesniveau

Niveau 1F is het fundamentele leesniveau en niveau 2F is nodig om zelfstandig maatschappelijk te kunnen functioneren en om succesvol te kunnen zijn in het vervolgonderwijs. De meeste leerlingen in het praktijkonderwijs en vmbo-b/k hebben in het tweede leerjaar van het vo het meest fundamentele leesniveau dus nog niet bereikt. De bevindingen uit de peiling zijn in lijn met wat eerder bleek uit het internationale onderzoek PISA en met wat eerder onderzoek aan het einde van het basisonderwijs en speciaal onderwijs laat zien. Ongeveer een kwart van de leerlingen in het voortgezet onderwijs bevindt zich in praktijkonderwijs en vmbo-b/k. Van de meerderheid van deze groep Nederlandse leerlingen is de leesvaardigheid dus niet goed genoeg. Dit vraagt om een verbeterde aanpak.

Samen werken aan effectief leesonderwijs

Er zijn diverse aanknopingspunten om te werken aan verbetering van de leesniveaus en effectief leesonderwijs. Een groep van professionals op het gebied van leesonderwijs en onderzoek naar leesvaardigheid reflecteerde op de resultaten van de nationale peiling en deed suggesties voor verbetering. 

Ze geven aan dat leerlingen veel moeten lezen en dat het lezen van boeken op school daarom goed is. Ten tweede wijzen ze erop dat de leesvaardigheid in het vo en vso nog te vaak wordt gezien als iets van de vaksectie Nederlands. Scholen voor vo en vso hebben vaak wel de ambitie om aandacht aan leesvaardigheid te besteden in andere vakken, maar die ambitie wordt nog onvoldoende gerealiseerd, zo blijkt uit de peiling. Docenten Nederlands en andere docenten kunnen volgens de professionals meer samen optrekken. Een schoolbreed beleid voor leesvaardigheid is voorwaardelijk. Ook schoolbrede continue professionalisering van docenten op het gebied van leesonderwijs is noodzakelijk. Niet alleen voor docenten Nederlands, maar evengoed voor docenten in de andere vakken is nascholing in leesbevordering nodig.

De peiling laat zien dat er veel variatie is in de mate van differentiatie die docenten in het vo en vso toepassen. De geraadpleegde groep van professionals wijst hier met name op de verrijking die soms nodig is. Dat vraagt veel van docenten en heeft onvoldoende plek in de lesmethoden. Op de lerarenopleiding moet meer en diepere aandacht voor leesvaardigheid komen. Het gaat dan om meer vakgericht lezen in het curriculum van de lerarenopleiding en het verplicht lezen van jeugdliteratuur.

Peil.Leesvaardigheid tweede leerjaar vo en vso 2022-2023

De peiling leesvaardigheid is het eerste nationale onderzoek naar de vaardigheid in begrijpend lezen van leerlingen in het voortgezet onderwijs (vo) en voortgezet speciaal onderwijs (vso). Dit peilingsonderzoek vond plaats onder leerlingen in het tweede leerjaar van het vo en vso in het voorjaar van 2023. In het vso hebben leerlingen deelgenomen uit cluster 3 en 4 met uitstroom naar vervolgonderwijs. 

Het belang van leesvaardigheid

Leesvaardigheid is nodig om te kunnen leren in het voortgezet onderwijs en in het vervolgonderwijs, en ook om te kunnen functioneren in je werk of privé in je volwassen leven. Daarnaast vergroot je door te lezen je inlevingsvermogen en verruim je je denken. Het is dan ook problematisch dat de leesvaardigheid van leerlingen en studenten in Nederland onder druk staat.