Rekenen en Wiskunde
Rekenen-wiskunde is overal om ons heen: in getallen, structuren, verhoudingen, patronen en algoritmen. Op prijskaartjes, op plattegronden of in grafieken met cijfers. Met rekenen-wiskunde leer je de wereld om je heen begrijpen.
Gepubliceerde onderzoeken
Dit is de tweede peiling Rekenen-Wiskunde einde basisonderwijs en speciaal basisonderwijs. Voor het speciaal onderwijs is dit de eerste peiling op dit gebied. Uit het onderzoek blijkt dat ruim 4 op de 5 bo-leerlingen (84%) het fundamentele niveau behalen. Een derde (33%) beheerst ook het streefniveau. In het sbo is dit met respectievelijk 16% (1F) en 2% (1S) een stuk lager. In het so behaalt ruim de helft van de getoetste leerlingen (56%) 1F en 15% 1S. Als we de resultaten vergelijken met die van 2019, zien we dat de vaardigheid van bo- en sbo-leerlingen niet zijn toe- of afgenomen. Ook het aandeel leerlingen dat onder 1F, op 1F en op 1S presteert, is vergelijkbaar met het aandeel in 2019.
We zien ook dat leerlingen eenvoudige staafdiagram kunnen aflezen en aftreksommen met gehele getallen goed beheersen. We zien echter ook dat een meerderheid van de leerlingen moeite heeft met opgaven waarin meerdere bewerkingen gedaan moeten worden. Bijvoorbeeld een opgave met het aftrekken met meerdere breuken.
De onderwijstijd die in het bo aan rekenen wordt besteed blijkt iets meer dan in 2019. Voor het sbo is dit gelijk gebleven. Verder zien we dat op een groot deel van de scholen een rekencoördinator aanwezig is. Leerlingen zijn gemiddeld positief over de helderheid van de rekeninstructie van hun leerkracht.
Deze peiling brengt voor het eerst op grote schaal in kaart wat leerlingen kennen en kunnen op het gebied van rekenen en wiskunde aan het eind van het tweede leerjaar in het vo. Ook is uitgebreid onderzocht hoe vo-scholen werken aan het bevorderen van de vaardigheden van hun leerlingen in rekenen en wiskunde.
Uit de peiling blijkt dat aan het einde van het tweede leerjaar in 2021-2022 75% van de leerlingen op het niveau vmbo-basis/kader het referentieniveau 1F nog niet behaald heeft. En 20% van de havo/vwo-leerlingen haalde niet het niveau 2F. Niveau 1F is het basisniveau dat 85% van de leerlingen aan het einde van het primair onderwijs (po) behaald zou moeten hebben. In het vmbo werken zij daarna verder richting niveau 2F en in havo/vwo naar 2F en vervolgens 3F. Niveau 2F is nodig om zelfstandig maatschappelijk te kunnen functioneren en om een mbo-opleiding succesvol te kunnen afronden.
Verder laat de peiling zien dat er op vo-scholen in het 2e leerjaar gemiddeld 2,5 uur wiskundeles wordt gegeven. De meerderheid van de scholen biedt daarnaast extra reken-wiskundelessen buiten schooltijd aan leerlingen in het 2e leerjaar. Het gaat dan vooral om bijles aan leerlingen met een leerachterstand. Veel ondervraagde leerlingen geven aan dat ze de instructie van de docent over het algemeen helder vinden, maar ze ervaren de lessen in rekenen en wiskunde ook als rommelig. Daardoor komen ze niet in elke les goed tot leren. Ze vinden het vak bovendien niet leuk en zien lang niet altijd het nut ervan in.
Bekijk de resultaten en het rapport Peil.Rekenen-Wiskunde 2021-2022 (gepubliceerd op 27 februari 2024)
Leerlingen hebben voldoende basisvaardigheden nodig voor een goede aansluiting op het vervolgonderwijs en om later in de maatschappij goed te kunnen functioneren. Bovendien zijn deze basisvaardigheden nodig om kennis te vergaren bij alle andere vakgebieden. Een van de taken van ons onderwijsstelsel is om ervoor te zorgen dat leerlingen voldoende geletterd en gecijferd zijn. We rapporten jaarlijks over het taal- en rekenniveau einde basisonderwijs op basis van de resultaten op de eindtoetsen.
Ga voor meer informatie en de rapportages naar de overzichtspagina Taal en Rekenen.
Dit peilingsonderzoek laat zien dat aan het eind van het basisonderwijs (bo) 32,7% van de leerlingen het niveau 1S behaalt voor rekenen-wiskunde. In het speciaal basisonderwijs (sbo) is dit 1,8%. Daarmee liggen de prestaties voor het streefniveau nog ver verwijderd van de ambitie van 65% 1S die de commissie-Meijerink in 2010 formuleerde bij het opstellen van de referentieniveaus.
Veel groeipotentieel van rekenvaardige leerlingen blijft onbenut, doordat het rekenonderwijs onvoldoende is afgestemd op hun mogelijkheden en behoeften.
Dit peilingsonderzoek toont verder dat de vaardigheid in rekenen-wiskunde van groep 8-leerlingen in het basisonderwijs tussen 2011 en 2019 licht is toegenomen, een beeld dat overeen komt met de bevindingen uit het internationale onderzoek TIMSS-2019 onder basisschoolleerlingen in groep 6. In het sbo bleef de rekenvaardigheid gelijk sinds de laatste peiling in 2013. Het fundamentele niveau 1F wordt in het bo door 82% van de leerlingen en in het sbo door 15,2% van de leerlingen behaald. De doelstelling is dat 85% van alle leerlingen in het primair onderwijs niveau 1F haalt.
Bekijk de resultaten en het rapport Peil.Rekenen-Wiskunde 2018-2019 (gepubliceerd op 9 april 2021)
Onderzoeken in uitvoering
Ga voor meer informatie en de rapportages naar de overzichtspagina Taal en Rekenen.
Het doel van het onderzoek is om een betrouwbaar beeld te krijgen van de reken-wiskunde kennis en vaardigheden van leerlingen in groep 8 van het regulier basisonderwijs en schoolverlaters van speciaal (basis)onderwijs. Daarnaast wordt informatie verzameld over leerlingkenmerken, leerlingattituden, het onderwijsaanbod en hoe dit aanbod wordt vormgegeven op de scholen. Aan de basis van het onderzoek liggen:
- domeinbeschrijving Rekenen-wiskunde in het basisonderwijs 2020 (SLO)
- review Rekenen einde basisonderwijs (NRO)
De resultaten en het rapport worden naar verwachting in het voorjaar van 2025 gepubliceerd.
Met dit peilingsonderzoek wordt in kaart gebracht wat leerlingen in het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs (vo) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) kennen en kunnen op het gebied van rekenen en wiskunde. Ook geeft dit onderzoek zicht op het rekenen-wiskundeonderwijs dat op de scholen wordt gegeven.
Voor vso is dit de eerste peiling rekenen-wiskunde. De resultaten in het vo zullen worden vergeleken met de resultaten van het eerste peilingsonderzoek rekenen-wiskunde dat is uitgevoerd in 2021-2022.
Tijdens het onderzoek wordt gebruik gemaakt van de volgende instrumenten:
- Rekenen-wiskundetoets voor leerlingen
Hiermee kan het niveau van de leerlingen worden gemeten. - Vragenlijst voor leerlingen
Deze bevat vragen over henzelf en hun houding tegenover rekenen en wiskunde. - Vragenlijst voor schoolleiders en leraren
Deze is bedoeld om de onderwijspraktijk van rekenen en wiskunde te beschrijven en om verbanden te kunnen leggen tussen de reken- en wiskundeprestaties van de leerlingen en het onderwijs dat zij krijgen. - Observaties en interviews op een klein aantal vo- en vso-scholen
Hiermee worden goede voorbeelden opgehaald om het onderwijs te verbeteren.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium waarin KBA Nijmegen, Cito en Universiteit Twente samenwerken. Aan de basis van het onderzoek liggen:
- Domeinbeschrijving Rekenen en wiskunde onderbouw vo & vso (uitstroom vervolgonderwijs)
- Reviewstudie Rekenen Wiskunde in het VO/VSO
De resultaten en het rapport worden naar verwachting eind 2026 gepubliceerd.
Voor deze peiling wordt in oktober/november 2025 informatie verzameld bij studenten, docenten en opleidingsmanagers, om te komen tot een representatief beeld van wat studenten in Nederland kennen en kunnen op het gebied van rekenen aan het begin van het eerste verblijfsjaar van mbo-2, mbo-3 en mbo-4. De informatie gaat onder meer over leerlingkenmerken, leerlingattituden, het onderwijsaanbod en hoe dit aanbod wordt vormgegeven op de mbo-locaties.
De peiling wordt uitgevoerd door een consortium onder leiding van KBA Nijmegen, en bestaat verder uit een bestaand netwerk met betrekking tot examinering van rekenen in het mbo (CEM), het Rekencollectief, Universiteit Twente en Cito.
De resultaten en het rapport worden naar verwachting begin 2027 gepubliceerd.
Informatie over deze peiling volgt.