Hoe vaardig zijn leerlingen aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs en speciaal onderwijs in rekenen? En hoe richten scholen het onderwijs voor rekenen-wiskunde in?
Rekenen-Wiskunde einde (speciaal) basisonderwijs en speciaal onderwijs 2022-2023
Rekenen. Je kunt niet zonder. Of je nu een spelletje speelt en de winnaar moet bepalen, je route uitstippelt of een planning maakt voor je dag, week of aankomende reis. En dan hebben we het nog niet eens over het gewone dagelijks leven waarin de rekenvoorbeelden ook voor het oprapen liggen.
Peil.Rekenen-Wiskunde einde (speciaal) basisonderwijs en speciaal onderwijs 2022-2023 geeft zicht op de rekenvaardigheid van leerlingen in het laatste leerjaar van het basisonderwijs (bo), schoolverlaters in het speciaal basisonderwijs (sbo) en schoolverlaters in voormalig cluster 4 van het speciaal onderwijs (so). Het is de tweede peiling voor het basis- en speciaal basisonderwijs. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste leerlingen in het basisonderwijs het fundamentele niveau behalen voor rekenen-wiskunde. Een derde beheerst ook het streefniveau. In het sbo is dit met respectievelijk 16% (1F) en 2% (1S) een stuk lager. In het so behaalt ruim de helft van de getoetste leerlingen 1F en 15% 1S. Hiermee zijn de resultaten vergelijkbaar met de resultaten van de peiling uit 2019.
Download de infographic Blik op rekenen-wiskunde bo, sbo en so 2022-2023
Uitgeschreven tekst infographic
De rekenvaardigheid van bo- en sbo-leerlingen in deze peiling in 2023 is niet toe- of afgenomen ten opzichte van de peiling uit 2019. In het so was dit de eerste peiling, dus daar konden we nog geen voor trend berekenen. Bo-leerlingen presteren gemiddeld hoger dan sbo- en so-leerlingen. So-leerlingen presteren gemiddeld ook hoger dan sbo-leerlingen op de rekentoets.
84% van de bo-leerlingen basisonderwijs behaalt niveau 1F in groep 8. 33% beheerst ook streefniveau 1S. Van de sbo-leerlingen behaalt 84% het 1F-niveau niet. In het so behaalt 56% 1F en 15% ook 1S.
In zowel het bo, sbo, als so zien we een positieve samenhang tussen het vertrouwen van de leerling in de eigen rekenvaardigheid en de rekenvaardigheid zelf: leerlingen die meer vertrouwen hebben in hun eigen rekenvaardigheid, scoren hoger op de rekenen-wiskundetoets en andersom. In het bo en sbo hangt de mate waarin leerlingen zelfstandig werken tijdens de rekenles ook positief samen met betere rekenprestaties. Lees meer op de webpagina Onderzoeksresultaten.
Leerkrachten besteden gemiddeld een kleine 5 uur per week aan rekenonderwijs. In het bo is dit gemiddeld 303 minuten, in het sbo 282 minuten en in het so 265 minuten. De 10% leerkrachten die de meeste lesuren geven, doen dit ruim 1 tot 3 kwartier per week meer dan gemiddeld. De 10% leerkrachten die de minste tijd lesuren geeft doen dit bijna 3 kwartier tot een uur minder dan gemiddeld.
Leerkrachten volgden het meest bijscholing over de inhoud en de pedagogiek/didactiek van het rekenonderwijs. Leerkrachten in het bo en so wensen het meeste (bij)scholing over het inspelen op de behoeften van individuele leerlingen bij rekenen. Sbo-leerkrachten hebben de meeste behoefte aan (bij)scholing over het verbeteren van kritisch denken en de oplossingsvaardigheden van leerlingen.
In zowel het bo, sbo als so laten veel leerkrachten in (bijna) alle lessen de leerlingen zelfstandig oefenen met procedures. Ook laat de helft tot driekwart van de leerkrachten in (bijna) alle lessen de leerlingen uitleggen hoe ze op een gegeven antwoord kwamen. Leerkrachten laten leerlingen minder vaak werken in homogene of heterogene vaardigheidsgroepen. Tussen de 17 en 36% van de leerkrachten doet dit in (bijna) alle lessen.
Leerlingen zijn weinig uitgesproken over het plezier dat zij ervaren bij rekenen. Sbo-leerlingen ervaren iets meer plezier in rekenen-wiskunde dan leerlingen in het bo en so. Ook hebben leerlingen gemiddeld een redelijk zelfvertrouwen op het gebied van rekenen. Verder schrijven zij hun positieve rekenprestaties vooral toe aan hun eigen inzet en zien leerlingen hun rekenvaardigheden overwegend als iets dat ze kunnen ontwikkelen. Wel zien we flinke verschillen tussen leerlingen in hun scores.